Naakte zomerpracht

Een rood schild met twee grote volle en twee kleinere zwarte stippen. Ik tel ze nog altijd als die vrolijk makende insectjes op mijn hand of arm landen. Soms komt er een stipje bij in poedergrijs. Een miniscuul poepje wordt dan uit opwinding of misschien wel angst op mijn huid achtergelaten. Ocherm. Of bakenen deze beestjes zo hun territorium af?

Ooit vertelde mijn moeder dat het aantal stippen de leeftijd van een lieveheersbeestje onthult. Zonder enig voorbehoud nam ik het van haar aan en werd het een in steen gehouwen waarheid. En ook al kwam ik er vele jaren later achter dat dit net zoiets is als geloven in Sinterklaas, ik tel ze nog steeds. Een, twee, drie, vier, vijf. Verhip, deze is zés. Een hoogbejaarde van negen in gele cape is al vele jaren recordhouder.

Lieveheersbeestjes zijn voor mij het symbool van de zomer. Als de natuur vol en verzadigd is. Zwaar, log, zoet en rijp. Vochtig en drukkend. Als de naakte zomerpracht schaamteloos haar ware aard toont. De wijd opengesperde kelken van de hibiscus me raken. De geur van warm vochtig hooi de lucht bezwangerd. En het zaad van de grashalmen mijn neus prikkelt en er een pakje Tempo’s in een kwartier doorheen gaat.

En hoewel de zomer een feest is voor de zintuigen, is het niet mijn favoriete jaargetijde. Geef mij maar de belofte van de lente of de knisperende kou van een heldere winterdag waarop een glinsterende laag onbezoedelde sneeuw me euforisch maakt.

Maar een van de prettige dingen in het leven is dat er zaken zijn waarop je geen invloed kunt uitoefenen. Waar de wil machteloos is en het ego vrijaf heeft. Waar er geen keuzes gemaakt hoeven te worden of beslissingen genomen. Wat een genot, wat een geruststellend fenomeen.

Dus geef ik me over aan de zomer met Maharanih Intense van Nicolai als mijn gedroomde reisgenoot: opwekkend, mysterieus en pikant. Volgende week de bespreking.

Ik wens je een fijne zomertijd.

 

Viriel parfumgeluk deel 2, over Testosteronnie en het piemeltje

Onsmakelijk, schitterend, saai, nietszeggend, opwindend, stuitend, archetypisch, grensverleggend. Om maar eens wat te noemen als het gaat om de beeldadvertenties van mannenparfums. Tientallen verschenen er vorige week op mijn scherm toen ik een aansprekend plaatje zocht voor het artikel Vaderdag, op zoek naar viriel parfumgeluk. Een selectie.

ARCHETYPISCH, ‘de stier’, het meest gebruikte thema in de reclamefotografie voor mannenparfums. Vaste ingrediënten zijn een mooie man, een ontbloot bovenlijf, een indrukwekkende torso, een indringende blik en een fles parfum. Perfecte uitvoering door fotograaf Mikael Jansson in 2009 voor Davidoff’s Cool Water met Josh Holloway als pin-up.

GRENSVERLEGGGEND, want met piemeltje. Ja, ook ik knipperde even met de ogen. Yves Saint Laurent durfde het aan met fotograaf Sølve Sundsbø en model Samuel de Cubber voor de lancering van M7 in 2002. Na een storm van protesten, uit met name Engeland, werd de foto gekuist en bleef enkel de torso over (foto 2). Jammer.

WEERZINWEKKEND, Testosteronnie laat zien wat ie in huis heeft. Dolce & Gabbana’s Light Blue van fotograaf Mario Testino (2008). Kan die man alsjeblieft nú uit beeld?

AND NOW FOR SOMETHING COMPLETELY DIFFERENT, ‘Good old Iggy, wat doe jij hier?’. Paco Rabanne wil in 2011 eens iets anders voor zijn Black XS l’Exces campagne. Moedig, zeker. Maar ren jij nu naar de winkel om een fles l’Exces te kopen? Ik hoor het graag van je.

SÁÁI, is er ook maar één man of vrouw waarbij nu iets gaat trillen? Dior Homme Sport (2012). Geeuw. En wat doet die vrouw daar in beeld?

FANTASIELOOS, de zoveelste nietszeggende picture perfect man met fles, deze keer van Gucci Pour Homme II met model Mathias Lauridsen (2008). Met de aantrekkingskracht van een regenworm. Of denk jij daar anders over?

RECHT TUSSEN DE OGEN, want de belofte van zinderende seks. Ungaro pour l’Homme is misschien niet erg origineel of subtiel, maar wel effectief. Well done.

MIJN FAVORIET, de fles als verleider.
Bvlgari werkt dit thema prachtig uit met Bvlgari Black. Niets wordt voor de kijker ingevuld, er blijft ruimte voor eigen fantasie.
De fles in kwestie is onweerstaanbaar en trekt me als een magneet naar zich toe. Plotseling voel ik het koele glas tegen de huid van mijn handen en glijden mijn vingers onwillekeurig over de B, de V en de L. Zachtjes duw ik mijn vingertop in de uitsparing van de volgende letter. Ondertussen registreer ik het gewicht van de fles in mijn handpalm. Even weerkaatst het metaal mijn spiegelbeeld. Ik word onrustig, wil nog maar een ding. Ik pak de stoere dop vast en geef er een rukje aan. Ho, stop Tee. Misschien moet je het hier maar even bij laten. Maar eerlijk is eerlijk, als een advertentie dit losmaakt dan doe je iets goed en is een aankoop onder handbereik. Missie geslaagd.

Voor welke advertentie loop jij warm? En van welke krijg jij de kriebels? Welke drie spreken je het meeste aan? En waarom? Laat het mij en de lezers weten door te reageren op dit artikel.

Al het beeldmateriaal komt van imagesdeparfums.fr met uitzondering van Paco Rabanne’s Black XS

Vintagestress

Heb ik al eens verteld over mijn vintageverzamelwoede? Mijn voortdurende strooptocht op de internetsnelweg, zoekend naar oude flesjes parfum?

Een nogal verslavende hobby, en zoals het een serieuze hobby betaamt: kostbaar, risicovol en tijdrovend. Ik vrees dan ook dat ik alle kenmerken heb van een hardcore verzamelaar, want ik ben gulzig, irrationeel en onverzadigbaar.

Komt er een oude Narcisse Noir van Caron, Emeraude van Coty, Shalimar van Guerlain of een ander glorieus reukwater uit vervlogen tijden voorbij, dan zit ik met hartkloppingen achter mijn computerscherm. Mijn geest bevindt zich onmiddellijk in een staat van opperste alertheid en mijn ogen onderzoeken de foto’s minutieus. Ik probeer een inschatting te maken van de leeftijd en de conditie van het parfum. En probeer het stemmetje in mijn hoofd dat me tot rede wil manen te negeren. Soms lukt dat.

Zoals twee weken geleden, toen niets minder dan de heilige graal op mijn beeldscherm verscheen. Het meest verkochte parfum aller tijden, in 1921 op de markt gebracht. Bijnaam ‘le monstre’. Van 1924 tot circa 1950 gebotteld in flessen met een platte stopper. En, oh hemel. Dit exemplaar heeft een platte stopper en is gesealed met koord en uienvelletje. En oh my god, 60 ml parfum. Dit moet ik hebben. Ik – moet – dit – hebben.

Bye bye rede.

Het ritueel dat volgt verloopt volgens protocol.
‘En Tee, hoeveel wil je hiervoor uitgeven?’
‘…’
Get real. Ja, dat zou ik ook wel willen, maar dat is geen reëel bod. Toe, niet van dat benauwde.’
‘…’
‘Nee, ook voor dat bedrag gaat het niet lukken. Kom op, dit is zeldzaam. ZELDZAAM zeg ik je. Doe eens ruig.’
‘…’
‘Goed zo, dat lijkt er meer op. Hé sh*t, iemand biedt nog meer. Verdorie. Goed, dan nog maar wat dollartjes er bovenop. Dat zal je leren, ha.’

Gespannen kijk ik naar mijn computerscherm tot het bevrijdende groene kader verschijnt met ‘je bent de hoogste bieder…’. Zucht. Borstademhaling gaat over in buikademhaling. Voor nu even rust.

Twee dagen later loopt om twee uur ‘s nachts de veiling af dus de buit is nog niet definitief binnen. Of ik er voor op blijf? Nee, ik kijk wel uit. Die tijd heb ik gehad. Slecht voor je nachtrust, heel slecht voor je hart en nog slechter voor je bankrekening.

Maar stel je nu toch eens voor. Een fles van pak ‘m beet 70 à 80 jaar oud. Ongekuist door IFRA reguleringen en barstensvol bijzondere grondstoffen die vandaag de dag nauwelijks meer verkrijgbaar zijn. Sandelhout uit Mysore, natuurlijke musk en civet en de mooiste iris en jasmijn. Een flesje dat decennialang niet is aangeraakt. Misschien wel jaren zorgvuldig weggeborgen in een hoekje van de lingerielade. Het geschenk van een geheime aanbidder of het laatste kado van een overleden geliefde. Ongeopend om tot aan de dood de herinnering levend te houden.

Sinds een week kijk ik verliefd naar een absolute trofee, een van de topstukken in mijn vintageverzameling. Een flesje Chanel no.5, 60 ml. parfum, met platte stopper. Inderdaad, hij is de mijne geworden.

Al talloze keren heb ik het flesje uit de doos gehaald en in mijn handen gehouden. Aan het koord gepulkt. Aan de fles gesnuffeld. Dolgraag wil ik het parfum ruiken. Maar ja, dan moet het koortje worden doorgeknipt, het uienvelletje gepeld en gaat iets unieks en zeldzaams verloren. Het zou zo maar een van de laatste dichte flessen uit deze periode kunnen zijn. De gedachte alleen al zorgt voor een verhoogde hartslag en schuldgevoelens. Wat te doen. Openen? De delicate geur bevrijden uit zijn gevangenis? Of dichtlaten? Ik kan er maar geen besluit over nemen. Wat nu?

Ik laat jou, de lezer van mijn blog, besluiten. Vertel me wat jij zou doen en waarom. Meeste stemmen gelden. Als de meerderheid de fles zou openen, dan gebeurt dat volgende week. Als de meerderheid hem dicht zou laten, dan blijft ie (vooralsnog) dicht.

En? Wat zou jij doen?

 

De geur van hond en ander ongerief…

Saartje. Zo heet de hond van een van mijn beste vriendinnen. Een chocoladebruine Labrador, uitgerust met hunkerende hondenogen en een staart die nooit tot rust lijkt te komen. Saartje heeft een onbedwingbare lust tot knuffelen. Een onuitputtelijke behoefte aan fysiek contact. Spontaan komt ze op een drafje naar me toe lopen. Haar achterwerk deint op en neer door haar zwaaiende staart. Met haar liefste blik in haar ogen vraagt ze: ‘Aai me, please. Aai me.’.

Het vervolg van het verhaal kent een ijzeren verloop. Ik deins achteruit, gooi mijn armen in de lucht om te voorkomen dat ze in haar enthousiasme mijn vingers aflikt en roep ‘Nee Saartje, even niet’. Want, tsja, ik ben niet zo van de honden.

De geur van hond. Hij staat hoog in mijn ranglijst van te vermijden aroma’s. In goed gezelschap van karnemelk en nat katvoer.

Cruciaal in deze ontmoeting is het vermijden van die onweerstaanbare bruine hondenogen. Want oh wee, als ik in die smachtende ogen kijk, dan ben ik verloren. Tegen zoveel hondenhunkering is mijn hart niet bestand. En ja hoor, daar ga ik, 1-0 voor Saartje.

Mijn neus vertelt me, ‘niet doen’. Roept, ‘niet doen, alsjeblieft’. Maar mijn hand lijkt los van mijn neus te functioneren en is allang op weg om haar een liefdevolle knuffelbeurt te geven. Te kroelen door die vettige hondenvacht. Achter haar oren, boven op haar ronde kop, knijpend in haar halskwabben. Ze vindt alles heerlijk. Ze knort en snurkt van verrukking.

Op het moment dat ik denk ‘en nou is het mooi geweest, ik ga mijn handen wassen’, duwt ze met haar natte snuit tegen mijn been en kijkt me vragend aan. Meestal duurt dit ritueel een minuut of dertig tot ik de geur van hond, die dikke, weeïge, vettige en dierlijke geur niet langer kan verdragen. Dan zeg ik ‘Saartje, het is mooi geweest, ga maar naar het vrouwtje’. En loop op een drafje naar de gootsteen om uitgebreid mijn handen, polsen en onderarmen te schrobben.

Gelukkig is de geur van hond eenvoudig met water en zeep te verwijderen.

Sommige parfums bieden meer weerstand. Ooit heb ik een behoorlijk robbertje gevochten met Eau de Sisley van Sisley. En met 1000 van Patou. Met Safari van Ralph Lauren. Classique van Jean Paul Gaultier. En tientallen andere geuren. Schrobben met water en zeep lost letterlijk niets op. Shampoo? Biedt ook geen uitkomst. Afwasmiddel? Vergeet het maar. Bodylotion? Jammer, maar helaas.

Integendeel, het lijkt de zaak alleen maar te verergeren. Na deze behandeling klampt een uitgebeend parfum, schraal, hard en scherp, zich vast aan de huid. Een nachtje erover slapen helpt niet. ’s Ochtends sta je er gewoon weer mee op. Wat nu?

Het antwoord is: olie. Lichaamsolie, olijfolie, zonnenbloemolie, of desnoods pindakaas (in het uiterste geval). Masseer de onwelriekende plek in met de olie en verwijder het met shampoo. Succes verzekerd. Mijn beste test was Estee Super van Estee Lauder. Pure horror. Maar zelfs zij moest loslaten.

Eau de Bureau ‘Just another day at the office’

Nasa heeft een chemicus gevraagd de smell of space na te maken. Astronauten roken tijdens een ruimtewandeling aan de buitenkant van de shuttle: “gloeiend metaal, de dampen van laswerk en gebraden vlees”. Nooit geweten dat het out there zo’n hete bedoening is. Binnenkort dus de lancering van een Eau de Stratosphere of een Parfum de Kosmos. Ik verheug me er nu al op.

Nu zijn er natuurlijk wel wat meer werkplekken te bedenken met een specifieke geur. Hoe zou bijvoorbeeld een Eau de Bureau ruiken?

In gedachten ga ik terug naar mijn vorige leven als Human Resources manager bij een van de grootste telecombedrijven ter wereld. Vier dagen per week bracht ik op kantoor door, samen met 299 collega’s. En je weet, kantoren zijn een waar paradijs voor reukgevoeligen. Of een verzoeking.

Elke dag startte mijn rit in de olfactorische achtbaan in de parkeergarage. Een cocktail van autogassen vermengd met autobanden en asfalt. Ik was meteen bij de les. Op naar het volgende station: de ochtendlift. Een oppeppende melange van tandenpasta, scheerschuim en een vleugje sigarettenrook. En rook ik daar een bruine boterham met kaas?

Door naar de fietsende collega’s, die op een regenachtige dag druppend bij de koffiemachine staan. De muffe geur van natte jas en schoenen, de chemische lucht van haargel en machinekoffie, onvergetelijk.

De toiletten sla ik even over, die geur lijkt me bekend, en te onappetijtelijk om in detail te beschrijven. Parfumeurs zijn er overigens dol op, altijd gemotiveerd om wat van die poep- en piesaroma’s in hun parfum te stoppen. Voor de complexiteit uiteraard.

Maar het werd pas echt leuk op de verdieping van de directie. Ooit het verschil in geur opgemerkt tussen het kantoor van de Chief Executive Officer en dat van zijn secretaresse? Leer, hout en metaal versus Chanel 5, pepermunt en warme printer. Beter kunnen de verschillen in positie niet duidelijk worden gemaakt.

En mag ik hier een oproep plaatsen om voor de sinaasappel pellende collega een standbeeld op te richten? Alsof de zon doorbreekt op een van mensenluchtjes vergeven vergaderruimte. Hij was zich er vast niet van bewust, maar het was mijn XTC op een bedompte kantoordag.

Aan inspiratie voor een Eau de Bureau dus geen gebrek. En het lijkt me duidelijk dat je er met drie aroma’s echt niet gaat komen. Neen, dit gaat een complex brouwsel worden. Over de naam lijkt me geen twijfel mogelijk: Just another day at the office.

Zin in een kantoorshot? Vergaap je dan aan Joan, Jenny en Don in Mad Men. Een van mijn favoriete tv-series, ideaal om natte, koude weekenden door te komen. Hieronder een van de mooiste scènes uit de eerste serie: Joan brengt Jenny op haar eerste werkdag naar haar werkplek.