Geuren van de stad: Maastricht

Elke stad heeft zijn eigen smellscapes, plaatsen met een onmiskenbaar aroma. Prettig of onprettig. Opwekkend of afstotend. Herkenbaar, bevreemdend, onrustbarend of ontspannend. Geuren die voorbije tijden doen herleven, een in slaap gedommelde vriend wekken, je in één ademteug transporteren naar een plek elders op deze aarde.

Heb je er ooit bij stilgestaan dat geur de loper is tot jouw binnenwereld vol herinneringen en gevoelens?

Haal hem maar eens tevoorschijn. Kom. En open de keukenla met kruiden en specerijen. Diep het glazen buisje met vanillepeulen op en trek het plastic dopje ervanaf. Ruik. Waar ben je nu? Ik bevind me inmiddels in de keuken van mijn jeugd, kijkend naar de kuiten van mijn moeder terwijl ze in een steelpannetje met warme custardvla roert. En jij?

Maar geur doet niet alleen iets met je, het maakt ook onmiskenbaar deel uit van het dna van een plaats. Elke plek ruikt. Naar iets. Of naar iemand.

Enkele maanden geleden schreef ik over het olfactorische landschap van New York City. Over de metro, de taxi’s, de avenues, de parken, Stumptown Coffee Roasters, Chinatown, de natte stad. Vandaag is Maastricht aan de beurt. En morgen. En overmorgen. En volgende week. Want de stad waar ik al tien jaar leef, is een kleine olfactorische schatkist.

Neem de Aylvalaan in de wijk Sint Pieter. Sinds begin augustus is deze statige laan omgetoverd in een licht geelgroene geurtunnel. De honingbomen, getooid met trossen kleine zachtgele bloemen, begeuren de straat met een subtiel zoet bloemig aroma. Teer, vriendelijk en ingetogen. Heel anders dan dat van haar extraverte zus de lindebloesem, die enkele straten verderop luidruchtig haar geurpracht etaleert.

Nu de maand op zijn einde loopt, heeft de geur van bloemen plaatsgemaakt voor een vegetaal aroma met een licht kruidig karakter en een ietwat knisperende textuur. De kleurassociatie is verschoven van licht geelgroen naar jadegroen. Een groengele poedersneeuw van duizenden bloemblaadjes bedekt de auto’s, de trottoirs, de vensterbanken, nou ja eigenlijk alles in deze straat.

Ik stel me voor hoe het kruidige aroma zich via de brievenbus toegang verschaft tot de huizen. Zich ongezien een weg baant door het portaal, de trap op. Stilletjes over de overloop trekt en schielijk de babykamer inschiet om zich aan te vlijen tegen Zwitsal en babyhuid. Of de badkamer inspecteert en haar kruiderijen uitstrooit over de geur van tandpasta en vochtige badlakens.

Merken de bewoners van deze straat haar eigenlijk nog wel op, de zoete adem van de honingboom? Verheugen ze zich op de tijd dat deze door hun straat waart, als teken van de zomer? Of zit de ergernis de schoonheid in de weg, omdat twee maanden lang hun leven schuilgaat achter een stoffige laag plantenresten?

Er is regen voorspeld voor de komende dagen. Nog even en dan spoelt de geurafdruk van de honingboom weg in het riool. Wat rest is een zompige straat die riekt naar de herfst. En wacht Neus weemoedig op de volgende zomer.

OPROEP Ik heb een begin gemaakt met het in kaart brengen van de smellscapes van Maastricht. Zullen we deze samen verder invullen? Deel je ervaring(-en) door te reageren op dit artikel. Jouw bijdrage wordt toegevoegd aan de kaart onder vermelding van je naam en de datum van je beleving. Zo bouwen we aan het eerste geurregister van een Nederlandse stad!

8 thoughts on “Geuren van de stad: Maastricht

  1. De Wolfstraat bij BlancheDael met de geur van vers gebrande koffie bonen of pinda’s. Deze 2 geuren hangen voor mij al een halve eeuw in deze straat en mijn neus vangt ze al op ter hoogte van de Maastrichter Smedenstraat/Wolfstraat.
    Een keer per jaar trekt de processie van de St. Martinuskerk door onze Hoogbrugstraat. De geur van wierook die de processie met zich meedraagt, brengt mij terug naar de jaren dat ik braaf elke zondag met mijn familie in de kerkbank zat en bewierookt werd.
    Vanmiddag fietste ik via de Lage Barakken naar het postkantoor in Wyck. Plots werd ik verrast door een honingzoete geur die ik niet thuis kon brengen. Om mij heen alleen maar stenen muren en garagedeuren. Ik speurde de omgeving af maar kon zo gauw niks groens ontdekken. Op de terugweg werd ik weer die paar meter verrast met dit hemels kadootje.
    Dat was ‘m voor nu even Tanja… ik heb nog veel meer 😉

    • Hey Dorothy, dank je wel voor je geurbelevenissen, erg mooi om te lezen!

      Ik ben zeer benieuwd naar de bron van de zoete geur op de Lage Barakken. Is het iets bloemigs? Of iets snoepachtigs? Iets weeïgs?

      Ik zal jouw bijdragen toevoegen aan de kaart en kijk uit naar het vervolg!

  2. Tanja, als ik Maastricht bezoek is het meestal met de trein, en meestal op een zaterdag. Lopend van het station richting centrum kriebelt de geur van stoffige zolders in mijn neus. Afkomstig van oude boeken, grammafoonplaten en meubels. Vermengt met koperpoets en boenwasluchtjes. En hier en daar iets wat doet denken aan wierookstaafjes, of kegeltjes. Dit alles samengebracht op de wekelijkse antiekmarkt op het middengedeelte van de straat. En typisch Maastrichts is voor mij ook de warme dampende lucht van de vele ´boegiekes´ die zich een weg naar buiten baant bij de woonplaats van Os Slevruike, Sterre der Zee. Mooi idee van je, trouwens, om een stad geurend op de kaart te zetten.

    • Dank je Yvonne, voor jouw geurige impressie van de antiekmarkt en de geurtocht van de ‘boegiekes’, en zeer hartelijk dank voor jouw bijdragen aan de geurkaart!

  3. Lieve T,

    Naast al die neusverwenners in onze stad huiver ik zeer regelmatig van een penetrante chemische-pesticide- zwavelachtige geur die onze ENCI uitstoot. Vooral wanneer de wind ‘verkeerd’ staat moeten alle ramen en deuren dicht. Een nare geur die mijn ademhaling onmiddellijk op slot zet.

    • Yep, heb het beest helaas ook zo nu en dan in mijn neusgaten… Belangrijke toevoeging aan de kaart, dank je Manon. Het is niet enkel de geur van rozen die een stad doet geuren 😉

  4. Ik heb ook heel wat geurherinneringen aan Maastricht. Dit zijn zo de eerste die boven komen drijven.

    De verleidelijke geur van de tere frambozentaartjes in de bakkerij op de Glacisweg (Lemmens?).
    De vochtige steengeur van de altijd beschaduwde keien rond de Helpoort – hoeveel voeten, hoeven, pootjes, karrewielen en fietsen zullen die in de loop der eeuwen al voorbij hebben zien trekken?
    De vertrouwde geur van metaal en olie van de juist hypermoderne, stalen Hoge Brug over de Maas, vertrouwd omdat het me doet denken aan mijn vader die in de metaal werkte (en ook wel eens aan een brug werkte).
    De penetrante geur van eendenstront op de stenen trappen langs de Maas tussen Servaasbrug en Wilhelminabrug aan de Wyckse kant.
    De perfecte-vakantiegeur van het glas Spaanse Wijn op het prachtige zomerterras van Lure in de Grote Looiersstraat.
    De nee-niet-weer-ook-al-hou-ik-er-zo-van-geur van pasta – de standaardoptie voor vegetariërs in Maastrichtse restaurants (blijkens mijn volstrekt niet-representatief empirisch onderzoekje).
    De hmm-ja-mooie-geur die plotseling verandert in een meer dan geweldige geur als ik door Het Vagevuur loop, met de frustratie of ik niet kan achterhalen of het van mijn linkerpols komt of van mijn rechter of dat het een combinatie is van die twee.

    • Hee daar ben je weer Annemarie, fijn dat je computerperikelen zijn opgelost 😉 en dat ik en de andere lezers van deze blog weer kunnen genieten van je bijdragen. Ook deze mag er zijn dank je!

Laat een antwoord achter aan Tanja Schell Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.