Gebottelde heimwee

Veel mensen fantaseren erover, maar er zijn er maar weinig die het ook doen. Radicaal breken met hun loopbaan en dromen omzetten in daden. Neela Vermeire had de moed, liet het juridisch haarkloven aan anderen over en bottelde haar heimwee naar India. Met topparfumeur Bertrand Duchaufour als reisgenoot.

De samenwerking tussen de twee is niet uit de lucht komen vallen. Zeker, Duchaufour is momenteel een van de meest bewierookte en succesvolle parfumeurs (oa. Comme des Garcons, Eau d’Italy, l’Artisan Parfumeur en Penhaligon) en wie zou hem niet op de shortlist zetten? Maar zijn indrukwekkende staat van dienst op zich was voor Vermeire onvoldoende reden om met hem op avontuur te gaan. Ze zocht iemand die de geuren van haar geboorteland zelf had opgesnoven. Die haar land had bereisd en besnuffeld. Die haar liefde en fascinatie voor het uitzonderlijk veelkleurige geurlandschap en de geschiedenis van India deelde. Bertrand paste perfect in dit profiel.

Het verbond tussen beiden heeft geresulteerd in een reeks buitengewone geuren. Trayee, Mohur en Bombay Bling! vormen een trilogie. Het zijn alledrie verfijnde olfactorische miniatuurtjes met een uitzonderlijke complexiteit. Parfums die ruiken naar Vermeire’s spirituele en culturele wortels. Het is haar geschenk aan de wereld, maar misschien wel in de eerste plaats aan haarzelf.

★★★★☆ BOMBAY BLING! (2012)
♪♪ ∫∫ ♀ €€€ ⎢fruity floral oriental⎢verkrijgbaar bij Parfumaria
Volmaakt rijp fantasiefruit van een goddelijke soort. Perfecte balans tussen zoet en zuur. Kruising tussen peer en perzik; uiteindelijk doet de groenige toon me besluiten dat het mango is. Beetje banaan. Sprankelend en stralend karakter, wat een technische beheersing, hoe krijgt Duchaufour dit voor elkaar bij afwezigheid van aldehydes of musk? Romige basis, zonder dat het glibberig of creamy wordt. Rijk en rond, zonder dat het klef of suikerzoet wordt. Sensueel maar niet zwoel. Intens maar niet bedwelmend. Het parfum geurt eindeloos lang. In de uren die volgen komen de intense fruitkarakters wat tot rust en ontstaat ruimte voor subtiele aardse aroma’s.

Duchaufour toont zich hier een waar evenwichtskunstenaar. Op het slappe koord danst hij boven het hedendaagse Bombay (officieel: Mumbay), opgetogen en vol vertrouwen in de toekomst van het land.

Bombay Bling! is het laatste deel uit de parfumtrilogie, volgende week: Mohur.

Neela Vermeire vertelt met deze trilogie over haar Indiase achtergrond. Hoe belangrijk vind jij eigenlijk het verhaal achter het parfum? Voegt het iets toe? Ga je anders ruiken? Ruik je meer? Of zit het verhaal je juist in de weg? Vertel!

Hemels water

Een mens zit vreemd in elkaar.

Net nu ik verzaligd mijn benen in de zon leg en de gazpacho, tabouleh, gegrilde scampies en een glas pastis met ijs onder handbereik zijn, word ik verliefd op een parfum dat een ode brengt aan de regen. Inderdaad, regen.

Angeliques sous la Pluie.

Even dacht ik Jean-Claude Ellena te betrappen op een fantasie over Angelique, die na een hoosbui doorweekt in zijn Zuid-Franse parfumtempel verschijnt. Maar nee, die ‘s’ van Angeliques laat geen ruimte voor wulpse gedachten. Het gaat hier om engelwortel (angelica archangelica) en Ellena’s creatie is een welriekende haiku over een majestueuze plant in een regenbuitje. Kuiser wordt het niet.

Over regen gesproken. Volgens de deskundigen zijn er drie regentypes. Het kan niet anders of dit moeten huiskamergeleerden zijn. Want tel even met me mee: er zijn de striemend straffe regens in de herfst waarin nog geen hond naar buiten wil. Die vanuit het westen in een hoek van 45 graden een weg vinden langs de sluiting van je jas en zonder pardon je arme lijf geselen. Dan heb je de zomerse stortregens met druppels groter dan een centimeter. Vloek of zegen, je wordt er behoorlijk nat van.

En vergeet de drizzle niet, de druilregen, nauwelijks waar te nemen, maar dit type heeft slechts een straatbreedte nodig om je tot op de draad te doorweken. Dat zijn er al drie. Dan heb je nog de ijsregens, de hoosbuien, de slagregens, de wolkbreuken, de plensbuien, de watergordijnen, de motregens, de zomerse buitjes en de moesson. Mis ik er nog een?

Gelukkig is er deze week nauwelijks regen, maar wel Angeliques sous la Pluie. Met dank aan de weergoden.

♡★★★★☆ ANGELIQUES SOUS LA PLUIE (2000) van Jean-Claude Ellena voor Frederic Malle
♪ ∫ ♀♂ €€⎢woods⎢verkrijgbaar bij Skins Cosmetics
Een flinke scheut Hendrick’s Gin met Fever-Tree tonic klettert over mijn polsen. In een fractie van een seconde overbrug ik de 200 kilometer die mij scheiden van Pure C, het jongere en hippere zusje van Oud Sluis van (bijna ex-) driesterren chef Sergio Herman. De cocktailkaart is er eentje om bij weg te dromen en het roomwitte interieur van het restaurant, de duinen met het wiegende helmgras en het uitzicht op zee vertragen mijn hartslag. De cocktail met ijsblokjes van rozemarijn en andere groene kruiderijen geeft me het laatste zetje om mijn gedachten met een korrel zout te nemen.

Het kan niet anders of Ellena slurpt ook graag dit drankje weg. En misschien zat hij vorig jaar wel diezelfde septemberavond in een van die andere ronde kunststoffen banken. Genoot hij van hetzelfde brouwseltje als ik. Met Hendrick’s gin en Fever-Tree tonic en van die kunstig gemaakt ijsblokjes. Ik durf mijn fles Angeliques sous la Pluie erom te verwedden dat aan gin of tonic, of misschien wel aan allebei, een druppel engelwortelolie is toegevoegd.

Ellena zou Ellena niet zijn als hij na deze sprankelend frisse opening niet op de rem trapt. Eerst het briesend paard de vrije teugel geeft om het daarna krachtig tot de orde te roepen. Hij verstaat de kunst van het temmen, deze man. Verbazingwekkend hoe hij het tintelend frisse groenkruidige begin van citrus, jeneverbes en subtiel zoete engelwortel in een oogwenk omtovert in een geraffineerd zachte, musky, tikje sweaty en houtige, licht warme en comfortabele geur. Enkel waarneembaar als je de drager op de huid kruipt.

Angeliques sous la Pluie. Engelwortel in de regen, een regen van de fijnste soort. Ellena’s geurige aquarel in watertonen.

Maar je maakt mij niet wijs dat Ellena onder het genot van die gin-tonic niet even aan Angelique dacht…

Net nu ik de laatste hand aan dit artikel leg, begint het te regenen in Maastricht. Goed voor de engelwortel die haar krachtige wortels en stengels weer kan volzuigen met hemelwater. En ik? Ik laat de gin-tonic voor wat ie is en laaf me aan de beelden van ‘Ocean without a shore’ van Bill Viola, een videokunstenaar die gegrepen is door watergordijnen.

Geïnteresseerd in de achtergronden van dit werk? Klik dan hier.

En naar welke geuren grijp jij deze zomer?

Inner smellscapes

Perfume is too often an ethereal corset trapping everyone in the same unnatural shape. A lazy and inelegant concession to a fashionable ego.

Het zijn de woorden van Christopher Brosius, grondlegger van het parfumlabel ‘I hate perfume’ in Williamsburg, New York City. Hij kreeg een hartgrondige hekel aan parfum toen hij in de tachtiger jaren als taxichauffeur in zijn levensonderhoud voorzag. Het geurspoor dat vrouwen in zijn wagen achterlieten van parfums met schoudervullingen zoals Poison, Giorgio of Boucheron maakten hem misselijk en narrig.

People who smell like everybody else disgust me.

Het moeten zware tijden voor hem zijn geweest daar in die yellow cab. Maar ook een bron van inspiratie naar later zal blijken. Na NYC de rug te hebben toegekeerd en zich enkele jaren te hebben opgehouden in de countryside bij zijn ouders in Pennsylvania, keert hij na een life changing experience terug naar The Big Apple. Het boek A Natural History of the Senses van Diane Ackerman schudde zijn neus wakker en legde de kiem voor het unieke parfumuniversum dat hij zou gaan creëren.

Een reis door Brosius’ universum is een reis door de geest van een man die zichzelf een kunstenaar noemt. Dat hij Jean-Claude Ellena noemt als meest gewaardeerde collega is niet verwonderlijk. Brosius is net als Ellena een minimalist, die de kunst van het weglaten beoefent.

Maar de route die Brosius aflegt is omgekeerd aan die van Ellena. Waar Ellena in de tachtiger jaren zijn visitekaartje afgeeft met First van Van Cleef & Arpels, een romantische bloemensymphonie full brass, om daarna steeds transparanter en minimalistischer te gaan werken, start Brosius zijn carrière met het bottelen van een enkel molecuul onder zijn eigen label Demeter in 1992. Wat volgt is het nabootsen van geuren van drank (Gin&Tonic, Cosmopolitan), eten (Apple Pie, Banana Flambee) en van het dagelijkse leven (Sawdust, Laundromat).

Definitief vestigt hij zijn naam als grensverleggend parfumeur met het bedrieglijk eenvoudige Snow, een parfum dat ruikt naar een besneeuwde winterdag. Hij werkte er jaren aan en ontvangt er twee fifi-awards voor (de Oscars van de parfumindustrie).

Na de breuk met Demeter in 2004, opent hij nog datzelfde jaar de deuren van zijn parfumstudio ‘CB / I hate perfume’ in Williamsburg (NYC) op de grens van een residential area en een industrieterrein.

Te oordelen naar de blinkende koffiezaak 30 meter verderop en het überhippe Wythehotel op de hoek van de straat, zit de buurt in de lift. De muren van het naastgelegen pand zijn inmiddels voorzien van opmerkelijk keurige graffiti. Op oudere foto’s is een onooglijke blinde muur zichtbaar, waarachter van alles schuil zou kunnen gaan: van opslag van vintage kleding en auto-onderdelen tot labo voor de nieuwste partydrugs.

Perfume is the signpost to our true selves – a different journey for the brave to travel

Perfume is the weather of our inner world bringing life to a personal landscape

In de zaak is het stil. Geen stampende muziek hier, zoals die overal in NYC klinkt. Enkel het krassen van pen op papier en de flarden van een gesprek achter in de studio zijn hoorbaar. ‘Wow, what’s this man?’, ‘I don’t know, really, I don’t know’.

De zaak houdt het midden tussen een winkel, een gallery (zo noemt Brosius het zelf) en een werkplaats. Het is een kale ruimte met een antracietkleurige betonnen vloer en witte wanden. Geen opsmuk hier, de glamour is ingeruild voor een naakte paspop, een racefiets, enkele dozen drinkwater en 6 witte Ikeakasten. Links staan de honderden flesjes natuurlijke en synthetische grondstoffen, rechts de vruchten van zijn geurige arbeid.

Zijn transparante en subtiele parfums lezen als een intiem logboek met herinneringen, korte verhalen, quotes, pennenstreken, gedichten, emoties, overpeinzingen, impressies en uitroepen:

In the Library
Invisible Monster
Outside
Under the Arbor
Soaked Earth
Just Breathe
M3 November

Een reis door zijn geurwereld is een reis door ‘s mans limbische systeem en onthult Brosius’ hoogstpersoonlijke inner smellscape.

Hoe het daar ruikt? Naar vers omgewoelde aarde, zondoorstoofde appels, oude bontmantel, zweet, Ambre Solaire, zomerzee, warme dennennaalden en regen, om maar eens iets te noemen. Naar het leven zelf. Van een man die parfum haat, maar het geweldig vindt om parfumeur te zijn. En ergens zweeft tussen hemel en aarde.

Helaas zijn z’n geurige geesteskinderen niet in Nederland te koop. Wel is een deel van zijn assortiment te koop bij www.cultbeauty.com in Groot-Brittanie. Gelukkig is er ook goed nieuws te melden. Bij enkele Nederlandse internetwinkels is wat van zijn vroege werk uit zijn Demetertijd te koop. Bijvoorbeeld het eerder genoemde Snow, Dirt en Tomato.

Smells of the city (8)

De bijtende geur van urine in East 38th Street op donderdagavond. De zweem Chanel no.5 en Flowerbomb in Carnegie Hall. De scherpe geur van rubber, beits en verbrand hout in het metrostation onder de South Ferry. De hint van steen, metaal en verf in de Anton Kern Gallery. De indringende adem van het vochtige beton op Ground Zero.

Er is nog zoveel te vertellen over de aroma’s die als onzichtbare geesten door de straten, parken en gebouwen van The Big Apple dwalen. Die zonder een vaste vorm het karakter van deze stad (en van elke ándere stad) vormen.

Denk de vleug koffie, geblakerd brood, autogassen, leer, de zucht huisvuil en de inkt van de verse krant weg. De reis naar het werk ‘s ochtends wordt een barre tocht door een decor van papier-maché, een expeditie door een gevacumeerd droomlandschap.

Denk geur weg en er blijft slechts een schim over van deze prachtige metropool. Want juist in het onzichtbare schuilt de grootste kracht.

Over de smellscapes van New York City ben ik nog lang niet uitgeschreven. Heb ik je al verteld over al die fantastische geuren in de Koreaanse, Chinese en Indiase restaurants? Of die bij Aesop, Enfleurage, Le Labo, Bergdorf Goodman en Christoper Brosius’ parfum empire op 93 Wythe Avenue? Nee toch?

Over dat laatste volgende week meer, als afsluiting van de serie Smells of the City: het olfactorisch DNA van New York.

Want dat verhaal wil ik je niet onthouden.

Smells of the city (7)

Een natte, natte dag is het. Zondag 19 mei begint en eindigt met regen. Manhattan is soaked.

De geur van nat textiel, vochtige wol en katoen is alomtegenwoordig. En ook natte krant, vochtig leer en vissige tonen zijn waarneembaar. De geur van huisvuil en stof (de drydown van NYC) is vandaag overwonnen door de vermaarde New York drizzle.

En hoe vermaak je je nou op zo’n grijze dag waarop de wolkenkrabbers zich omhullen met een grijze cape? Je pakt een cab naar The Met en dwaalt door de vleugels met Aziatische kunst, hapt ’s middags een taartje weg bij Lady M op78th Street, slentert door Central Park naar 57th street (en laat je tot op de draad natregenen) en snuffelt nog even de geweldige reeks parfums door van Ramon Monegal (met Cuirelle als persoonlijke favoriet) bij het snobbie warenhuis Bergdorf Goodman.

Enjoy!

Smells of the city (6)

Chinatown. Zonder enige twijfel de wijk met het meest uitgesproken smellscape. Niet per se aangenaam, wel zeer karaktervol. Zeker op deze zonnige dag waarop de atmosfeer is verzadigd met indringende geuren.

Neus snuffelt dan ook opgetogen aan onbekende etenswaren en steekt gefascineerd haar edele reukorgaan in miniscule winkeltjes en gigantische markthallen.

Maar opeens wordt het olfactorisch spektakel haar teveel en vlucht ze gedesoriënteerd deze veeleisende geurwereld uit. En haalt opgelucht adem.

Hoe het hier ruikt?

Een melange van warme vuilniszakken, vis, bladgroen, specerijen (onder andere iets van nootmuskaat), muffe, bittere, groene, aardse, zoete, zilte, rood fruitige en bloemige tonen, de weeïge geur van rauw vlees, geroosterd vlees, paddestoelen, jasmijnthee, stof, zeewier en putjelucht.

En nog talloze andere aroma’s waar ik geen grip op krijg.

In een tijdsbestek van een kwartier.

Pffff.

Smells of the city (5)

De NYC cabs zijn ware geurtempels, elke taxi heeft zo zijn eigen geurprofiel. De een ruikt naar vanille en tabaksblad (die van de foto), een ander naar friet en zweetvoeten, een volgende naar specerijen en iets mufs, weer een ander naar dodelijk vermoeid kunststof en autogassen. En er geurt er ook eentje naar dennenbos, iets ranzigs en ouderwetse aftershave.

En de overige 12.000 taxi’s?

Use your imagination, honey…

Smells of the city (4)

De parken van NYC zijn groene oasen met elk een eigen karakter en sfeer. Of het nu Madison Square Park, Bryant Park, Washington Park of Central Park is: het zijn heerlijke plekken om te lummelen, mensen te kijken, een boekje te lezen of voor een work-out.

De atmosfeer hier is totaal anders dan op de stoffige en drukke avenues. De parken ademen, leven. De lucht is er vochtiger en ’s ochtends hangt er een serene sfeer. Uiteraard valt hier in deze tijd van het jaar veel te ruiken: vochtige aarde, gras, begonia’s, jasmijn, azalea’s, lelies, sering en vibernum. En in Madison Square Park ook een stevige lik verf: de New Yorkse kunstenaar Orly Genger gebruikte 426 kilometer scheepstouw en 13.249 liter verf voor zijn kunstwerk Red, Yellow and Blue.

En verhip, ik ruik geen hondenpies of -poep! Best opmerkelijk want Manhattan is vergeven van de Chiwawas en de Franse bulldogs. Poepen die New Yorkse honden eigenlijk wel? Hebben ze hier misschien speciale soorten met een poeploos gen? Of krijgen die beestjes enkel astronautenvoer te eten? Want nergens heb ik nog zo’n bruin glanzend ding zien liggen of de eigenaren zien hannesen met plastic drollenvangerzakjes. En ook hondenpoepvuilnisbakken zijn in het straatbeeld afwezig. Huh?

Mr. Bloomberg, what’s your secret?

Smells of the city (3)

De makkelijkste manier om de Gothammer (of Londoner, Melbourner, Hobarter, Portlander of who so ever) in het wild te zien en een feel te krijgen voor hoe hij of zij de dag begint, is door rond negen uur ‘s ochtends in de plaatselijke koffiezaak aan te meren. Stumptown Coffee Roasters in Midtown is mijn absolute favoriet. Een zinsbegoochelende koffiehemel doortrokken van rokerige, licht zure en zeer intense, diep donkerbruine mokka en chocolade aroma’s.

Op zondagochtend is het mogelijk dat de goddelijke geur van versgemalen koffie de aandacht moet delen met de weeïge, vettige en kruidige lichaamsgeur van de New Yorker die na een nacht doorhalen zijn bed is uitgesprongen, een short, t-shirt en teenslippers heeft aangetrokken en voor je in de rij staat om zijn eerste shot koffie te bemachtigen.

Gefeliciteerd, je hebt nu een extra stukje van het olfactorische DNA van NYC te pakken!