Tsjoek!, de laatste…

Het geluid van de schop splijt mijn hart. Een golf misselijkheid trekt door me heen. Tsjoek, tsjoek, tsjoek. Het ritme van de dood. In mijn voortuin. Op maandagochtend.

Elke klap brengt het einde van de zestigjarige roos dichterbij. Mijn lieveling, met de schitterende rozerode bloemen en haar zachtroze geur. Elke zomer tovert ze de buitengevel van ons huis om tot een weelderige bloemenzee. Nu in doodsnood. Een kapot riool wordt haar fataal.

Met een verbeten trek om de mond doorklieft de toegewijde man milimeter voor milimeter de polsdikke penwortel. De geur van vochtige aarde en plantensap is overal. Zijn maat observeert de strijd tussen man, schop en roos onaangedaan. Lusteloos en zonder bijster grote interesse. Voor hem een dag zoals alle anderen. Misschien een beetje koud voor de tijd van het jaar.

Maar de oude reuzin laat zich niet zomaar ontwortelen. Ze biedt heldhaftig weerstand aan het geweld van indringend staal en onverholen agressie. Zweet gutst langs het van inspanning gezwollen gezicht van de rozenploert. De ochtendfrisheid is er nu wel zo’n beetje van af. De geur van zeep en haargel maakt plaats voor mondgeur en een zweem vettige scheet.

Hij begint te grommen. Te sissen zelfs. En tenslotte te vloeken. ‘Got nondeju, kolere’. Als een bezetene begint hij aan de plant te rukken. Man en plant, in gevecht. ‘Je gaat er aan, jij teringding’. Speeksel vliegt rond en er druipt waterig vocht uit zijn neus. Hij haalt zijn mouw langs zijn gezicht, een zwarte veeg blijft op zijn wang achter.

Zijn maat is inmiddels aan zijn derde shaggie begonnen en geniet er zichtbaar van. Blaast de rook met licht geheven kin en getuite lippen uit.

Het wordt me teveel. Met dichtgeknepen keel en prikkende ogen loop ik het huis in.

Tsjoek. 

Opeens is het oorverdovend stil.

Dagenlang heeft de ontzielde plant op het gazon gelegen. Tot ik voldoende moed bij elkaar had geraapt om haar in stukken van veertig centimeter te knippen. Voor haar laatste rustplaats, de groenbak.

Deze week stelde ik een set parfums samen voor iemand die naar de studio kwam voor een geuradvies. Een van de opgenomen parfums was Agent Provocateur van Agent Provocateur: een parfum met de tere geur van bleekroze rozen, een toefje warme huid, een zweem aarde en wat stekeligs. Het bracht me terug naar die ochtend twee jaar geleden, toen de prachtige klimroos werd geveld. Inmiddels geniet ik van haar opvolgster, de schitterende New Dawn, die elke zomer en nazomer overdadig bloeit.

_________________________

Lieve lezers,

met ‘Tsjoek’ stop ik voor onbepaalde tijd (en met pijn in mijn hart) met schrijven over mijn geuravonturen op deze blog. Ik heb er intens van genoten en ik hoop jullie ook. Ik zal jullie leuke, grappige, waardevolle reacties missen, het was de kroon op elk artikel dat ik schreef. Wellicht pak ik de pen weer op, want ik weet: ik ga dit allemaal missen! Maar nu gaat mijn weg verder met Geurlab, kijk maar eens. 

Met welgeurende groet,

Tanja

Onstuitbaar

Vandaag ruik ik naar George. Het heeft even geduurd voor ik me aan George heb kunnen overgeven. Want George is wat veel van alles.

Én beest én leer én smeuïgheid én kruiden én lust én jodium én iets viezigs én siroop én koffie én tabak én bloemen èn een likje frisheid èn…tsja, wat heeft George eigenlijk niet?

Als je nu meent in de wereld van de chaos te zijn beland, dan heb je het mis. Ongetwijfeld zijn de nodige bezweringsformules uitgesproken om dit tot een goed einde te brengen, maar, chapeau!, het resultaat mag er zijn.

Ruim twee jaar geleden trof ik George aan op een koude en regenachtige novemberdag in de barokke geurtempel van Jovoy op de Rue de Castiglione in Parijs. Direct bij binnenkomst, links van de ingang, en enkel zichtbaar voor de oplettende bezoeker, stond daar die cognackleurige verschijning, stoer en mannelijk, gehuld in een strakgesneden zwarte outfit.

En hoewel Neus bij het betreden van de parfumerie ogenblikkelijk in vervoering raakt van de verzadigde atmosfeer vol welriekende moleculen, en als een blije pup ongecontroleerd begint te kwispelen, vangt George mijn aandacht.

Plots ontstaat er rust in de kakofonie van indrukken.

Aangetrokken door de Intrigerende verschijning, stap ik er omzichtig op af. Raak aan. Open. Besnuffel. Mijn neus registreert het een fractie van een seconde eerder dan mijn brein. Sjésus. Dit is ongepast!

Oh? Sinds wanneer zijn er grenzen in het rijk der geuren?

Hoe het zo is gekomen weet ik niet precies, maar opeens ligt Neus willoos op mijn arm, behekst door de dierlijke, warme en ietwat weeïge zweem die opstijgt van mijn huid. Eén ademtocht van overgave verwijderd.

Tee, dit wordt beschamend. Doe iets.

‘Kom mee Neus, er is nog meer te beleven hier’. Morrend en met slechts half haar aandacht erbij dwalen we door de boudoir-achtige ruimte. Langs schappen vol exquise parfums, gebotteld in de meest uitzinnige flessen. Oud, vetiver, iris, rozen, bergamot, blond hout, ceder, jasmijn, zeep, sandelhout.

Plots valt mijn oog op Denyse Beaulieu, Parisienne en parfumtijgerin met immer geslepen pen (grain de musc), geanimeerd in gesprek met een dame van Jovoy. Wapperende handen als opgewonden vogels. De kuiten strak gespannen boven de twaalf centimeter hoge zwarte hakken. Getuite rood gestifte lippen, gemanicuurd Frans gekir.

Hoor ik daar de naam van George vallen? Kan überhaupt een vrouw die zweert bij het gedurfde parfum Putain des Palace van État Libre d’Orange onberoerd blijven bij dit woest aantrekkelijke staaltje geurkunst?

Het heeft bijna twee jaar geduurd voordat ik dit onrustbarende en tegelijkertijd magnetiserende parfum aan mijn huid heb durven toevertrouwen. En George en mij samen aan de wereld.

George blijkt een vrouw, geen man, en is een ode aan George Sand. Een grootse persoonlijkheid, een vrije geest.

Uitnodigend en afstotend, samentrekkend en open, verleidelijk en begrenzend, opwekkend en benevelend, kalmerend en wispelturig, vertrouwd en provocerend. Een apothekerskast aan tegenstellingen. Een orkaan aan emoties.

George is het leven zelf. Een onstuitbare stroom energie die zich een weg baant door het vlees, door het hart en tenslotte door de geest.

Een parfum dat roept: bemin mij. Koester mij. Gedenk mij.

Je bent gewaarschuwd. Er is geen weg terug.

 

 

Katerlucht


Deze dagen snuif ik de aroma’s van Zuid-West Kreta op. Het door zon en wind geteisterde landschap geurt naar warme hars, dennennaalden en het hout van eeuwenoude cederbomen. Cicaden brengen er hun oorverdovende concert. Spiedend als een havik zoek ik naar de glinsterende druppels hars op de onderliggende rotsen. De oogst is mager vandaag.

Er is in deze streek niets hip and happening. In het supertje op de hoofdstraat doen locals èn toeristen hun inkopen, geen apartheid hier. Nieuwsgierig dwaal ik door het wonderlijke assortiment van het zaakje met de afmeting van een bescheiden caravan. Blikjes tonijn naast soepstengels, badslippers naast shampoo, aanstekers naast cocktailprikkers. Vangst van de dag: een wandelkaart van het gebied, twee miniglaasjes en een flesje inheemse ouzo, niet zoet wèl aromatisch. Het levert me een bewonderende blik van de uitbater op.

Enige tijd geleden vroeg een vriendin me ‘Wist je dat sommige mannen een katerlucht hebben?’ Je bedoelt de lucht van verschraalde alcohol, zure maag, zweterige nacht en ongepoetste tanden?’ Nee, katerlucht. De geur van een kater, het beest.’ Je maakt een grapje. ‘Nope‘.

Ze had gelijk. Het bestaat. Het bewijs werd geleverd door een Duitse toerist in de Samariakloof. Ik draaide in ongeloof mijn hoofd om toen Neus ‘code rood’ gaf. Mid-twintiger, blond golvend haar, lichte huid, sproetjes. Verwassen poloshirt, knielange wandelbroek met grote zakken, donkere rugzak, wandelschoenen. Kortom: onopvallende verschijning. Maar met een géur. De geur van kater. Krolse kater wel te verstaan. Onmiskenbaar. Die van die paar druppeltjes op het kattenluik van onze poes. Dagelijkse kost dit voorjaar.

’s Avonds op het terras bezwangeren de gele en rode bloemen van de metershoge tabaksplanten de lucht met hun monumentale geur. Ze is zo intens dat zelfs de rokerige walm van het geblakerde varken aan het spit de aftocht blaast. Odysseus en de cycloop Polyphemos in geurgevecht. Odysseus wint. Had je wat lelijkerd?

Gelukkig geen geurgevechten in mijn tas. Vredig ligt de flamboyante Fleur d’Oranger van Serge Lutens naast de evenwichtige Shanti Shanti van Miller et Bertaux. En vlijt Orange Star van Andy Tauer zich met genoegen tegen het piepkleine spraytje Sandflowers.

SANDFLOWERS van Montale
♪♪♪ ∫∫∫ ♀♂ €€ ⎜marine⎜water romig aromatisch houtig
Melina Merkouri meets Poseidon. Niet voor tere zieltjes dus. Uitgesproken en karaktervol. En luidruchtig. Zilt, airy, tikje medicinaal, dun laagje amandelmelk. Zand. En een korreltje zoet. Weet niet van wijken. Net als de legendarische Merkouri.

PS in verband met mijn vakantie reageer ik wat later op eventuele berichten.

GeurAdel

Toen ik het stukje ‘GeurTerreur’ in maart van dit jaar op deze blog plaatste, had ik geen idee van de turbulentie die de maanden erna zouden tekenen. Ja, ik hoopte dat het druk zou gaan worden. Dat was toch ook de bedoeling met het openen van mijn nieuwe studio in Maastricht? Maar zo druk?

Er liep een kunstenaar binnen die wel iets met geur wilde, ‘kunnen we misschien iets samen doen?’. Leuk! Een documentairemaker die gegrepen werd door mijn verhalen over de geuren van de stad. Of ik hierover iets wil zeggen in zijn nieuwe project. ‘Nou, graag.’ Iemand die een geurige kroniek wil laten optekenen. ‘Wauw, mooi idee!’

En dan is er nog de co-creatie met een sopraan om een van mijn meest geliefde aria’s op geur te zetten. De samenwerking met de neuropsycholoog om meer inzicht te krijgen in de werking van geur op het brein. En oh ja, die nieuwe website, die nieuwe huisstijl, die nieuwe…

Veel nieuw en veel nieuws dus. Goed nieuws ook.

Maar genoeg over mij. Neus wil het woord. Héhé eindelijk weer wat geurgeneuzel, wat heb ik dát gemist!

★★★★☆ HIRIS van HERMÈS door Olivia Giacobetti
♪♪ ∫∫ ♀♂ €€ ⎜soft floral⎜fris zepig floraal iris vegetaal stuivend⎢1999

In een tijd waarin grofweg vier van de vijf parfumlanceringen naar karamel, gesuikerde frambozen of suikerspin ruiken en de rest naar open haard of de daad (of een combinatie van beiden) is Hiris gebotteld anachronisme.

Hiris geurt naar aan de lijn gedroogd wasgoed. Knisperend fris linnen opbollend in de wind. Kraakhelder. Licht violet met een zweem blauwwit. Iets warms en geruststellends op de achtergrond. Voor man of vrouw. Elegant. Opgeruimd. In control.

Hiris bakent af en omzoomt. Dit ben ik. En dat ben jij. Dit is mijn terrein. Dáár is de wereld. De ideale geurjas voor op reis of voor een meeting met onwillige personen. Hiris geeft geen krimp. Blijft fier overeind, ook bij druk van buitenaf. Stille kracht. Beschermt en schermt af. Ademt subtiele gereserveerdheid uit. Zelfverzekerd. Soeverein.

Mijn ontdekking van deze zomer. Dit parfum kan bijgezet worden in de gallerij der edelparfums: pure geuraristocratie.

Hoe het met Neus is, vraag je? Neus snift, snuffelt en snuift met volle teugen het leven op. En als Neus zou kunnen kwispelen, dan zou ze dat de hele dag doen. En ik ? Ik loop als een hondje achter haar aan. Ik kan niet anders.

How is your nose today?

Konyune onorange-tanka. Hoe is het met je neus? Zo begroeten de Ongees, het inheemse volk van de Andaman eilanden, elkaar.

Vreemde vraag? Hangt er maar vanaf hoe belangrijk geur voor je is. De Ongees vinden hun neus in ieder geval het belangrijkste zintuig in hun leven. Hij vertelt je of een vrucht rijp of een plant eetbaar is en welke geneeskrachtige werking hij heeft. Of iemand een ziekte onder de leden heeft en welke man of vrouw het sterkste nageslacht levert. De neus is de TomTom van de Ongees en hun belangrijkste gids voor welke beslissing ook. En net als de staart van een kat vertelt hij wat het humeur van de eigenaar is. De neus kan licht voelen of zwaar. Moe of alert. Gerrïteerd of nieuwsgierig.

Ook zijn er natuurvolkeren die als begroeting het edele reukorgaan in de oksel van de ander drukken. ‘Hé wat leuk om je te zien!’, en hup daar verdwijnt de neus in de warme holte. Haar of geen haar, zojuist gebadderd of net uit bed, een stevige snuif aan het vocht dat glinsterend in de schoot van de arm ligt, laat de gemoedstoestand van de eigenaar lezen als een boek. Beetje zurig? ‘Boos geweest jongen, ruzie met je vrouw gehad?’ Zoetig? ‘Veel wortelen gegeten of is je maag van streek?’ Bitter? Hartklachten. Ranzig? Weinig rust gehad of problemen met de blaas.

Moeilijk voor te stellen in onze samenleving, waar we naar hartelust be-, ont- en hergeuren en lichaamsgeur de duivel is. Mocht er ooit een 2.0 versie van De Tien Geboden komen dan zal ‘Gij zult de dampen van uw lichaam ostentatief en met toewijding bestrijden’ er zonder twijfel deel van uitmaken.

Deze ochtend ging ik op zoek naar een leuk plaatje voor dit artikel en googelde ‘smelling armpits’. Met ingetrokken neus en toegeknepen ogen opende ik de tab afbeeldingen. Een duik in de oksel van het internet is op zijn zachts gezegd een stoutmoedige daad voor iemand die gezegend is met de afwijking ‘beeld = geur’. Seeing it, is smelling it...

Ik zal je een verslag besparen van wat me voor de ogen kwam. Want geloof me, je wil niet weten wat ik daar aan harige, rode, ontstoken, gerimpelde, schurftige, vlezige, onthaarde, biljartbal gladde, maagdelijke, door gordelroos geteisterde en getatoeëerde oksels tegenkwam wier uitwasemingen mijn werkruimte parfumeerden met een melange van vers, licht zurig, ranzig, scherp, babyzoet, kruidig, onschuldig, weeïg, zilt en door Rexona en Axe onschadelijk gemaakt zweet.

En toch. Ik hou van lichaamsgeur en ben net als die natuurvolkeren gefascineerd door de geur van zweet.

Zo, dat is eruit.

★★★★☆ FRENCH LOVER door Pierre Bourdon voor Frederic Malle
♪♪ ∫∫ ♀♂ €€⎢dry woods⎢verkrijgbaar bij Skins Cosmetics
Een van de meest verleidelijke parfumnamen die ik ken. Wie grijpt nou niet onmiddellijk naar een fles met zo’n naam? Kom op mensen, niet zo verlegen. Ja grijpen maar. Want welke vrouw wil niet haar neus aanvlijen tegen een verre minnaar met exotische tongval die haar lichaam in een smeuïg puddinkje verandert? En is er ook maar één man die niet droomt van vrouwen die door het parfum dat hij draagt in een … nou ja, je begrijpt het.

Hohoho, nu niet direct naar de webshop rennen om deze vriend onbesnuffeld in je winkelwagentje te gooien. Want dit geraffineerde heerschap is niet van plan iedereen te plezieren.

Allez, deze french lover heeft wel eerst zijn tanden gepoetst. Met een ecologisch verantwoorde tandpasta met engelwortel. De opening is namelijk verkwikkend en lichtvoetig. Na verloop van tijd begint de lover heel lichtjes te geuren naar zweet en huid. Maar hij verliest niet zijn frisheid, daar zorgt het groenkruidige karakter wel voor. Beetje aarde, beetje hout. Het parfum blijft op spanning door iets pikants en prikkelends en de strenge, subtiel bittere kern.

Na langdurige en nauwkeurige inspectie blijkt de Franse vrijer uit koel hout gesneden. Knappe vrouw (of man) die hem weet op te warmen.

Fijnproeversparfum.

Je begrijpt dat ik na deze ontboezeming benieuwd ben naar jouw verhouding tot lichaamsgeur. Trek je er je neus voor op? Of kan het je zo nu en dan toch bekoren? En wat vind jij van parfums met een zweterige toets? Vertel!

GeurGriezelen

Pestdamp en bloesemgeur, een geschiedenis van de reuk. Deze week sloot ik het boek, nadat het jarenlang uit mijn gezichtsveld was geweest, opnieuw in mijn armen. Hoe het uit mijn collectie verdween is niet helemaal duidelijk, maar tussen de aanschaf in 1986 en nu ben ik dertien maal verhuisd dus het laat zich raden bij welke gelegenheid het er tussenuit is geglipt.

Gelukkig is er Marktplaats, voor al uw verloren zaken, en keerde dit verbazingwekkende boek per post vanuit Almelo bij me terug.

‘Kijk eens Neus wat ik voor je gevonden heb!’

Als je nu denkt dat ze er onmiddellijk omstandig en gulzig aan begint te snuffelen dan heb je het mis. Want weet jij wat je allemaal kunt tegenkomen bij een duik in de geurwereld van een doorleefd boek? Nee? Nou Neus wel.

Dit boek, met magentakleurige omslag en de kopergravure De Parfumeur van Gerrit Valck op de voorkant, ruikt bijvoorbeeld naar

propvolle boekenkast
in een goed gestookte kamer
bewoond door iemand van middelbare leeftijd
die vroeger zo nu en dan een sigaret opstak
(maar alweer jaren met deze vieze gewoonte is gestopt)
van het mannelijke geslacht.

De kromgetrokken rug met leesvouwen verraadt dat het boek de lezer tot het laatst toe heeft weten te boeien, wat respect verdient, want naast de smeuïge anekdotes is het fascinerende maar tevens gortdroge kost.

Omdat het maandagochtend is, de herfst zich van haar mooiste kant laat zien, mijn zoekgeraakte stokoude buurkater weer terecht is en ik goede zin heb, laat ik de gort voor wat het is en trakteer je op een doorkijkje in de achttiende-eeuwse geurwereld van de Fransen.

Wasknijper bij de hand?

‘In de tuinen van het Palais-Royal weet men ‘s zomers niet waar men zich te rusten moet zetten om niet de geur van stinkende urine te ademen. De kades prikkelen de reukzin tot misselijkheid toe; uitwerpselen liggen overal verspreid, in de lanen, aan de voet van stoeppalen en in de huurrijtuigen.’ Aldus de geurige verslaglegging van de zeden en gewoonte van de Parijse burgers in Tableau de Paris door schrijver en politicus Jean-Louis Mercier. De stank moet weerzinwekkend zijn geweest.

En ook het Franse hof was verstoken van toiletten en ging gebukt onder intens riekende dampen. ‘Het park, de tuinen en het kasteel zelf doen je maag omdraaien met hun kwalijke geuren. De verbindingsgangen, de binnenplaatsen, de vleugels en de gangen liggen vol urine en faecaliën. De veestapel schijt in de grote galerij; de stank houdt ook voor de deur van de slaapkamer van de koning geen halt’.

Geen wonder dat de hovelingen zich overdadig besprenkelden met zware parfums die bol stonden van galbanum, opoponax, musk en civet. Pure overlevingsstrategie.

Sinds het boek weer in mijn leven is, trakteer ik mezelf op een dagelijkse portie geurgriezelen, spoel met hernieuwd plezier het toilet door en troost me met iets dat ruikt naar rozengeur en maneschijn.

 

★★★★☆ ROSES MUSK van MONTALE
♪♪ ∫∫ ♀ €€⎢floral⎢verkrijgbaar bij Parfumaria
Zeer schone en fruitige roos. Of meer: de illusie van roos. Want als hier ook maar één levende bloem aan te pas is gekomen, vreet ik een beer op. Natuurlijk alleen als ie geroosterd is en met mes en vork. Over geroosterd vlees gesproken: deze airy, lichtvoetige, meisjesachtige, vriendelijke en opgewekte geur heeft onmiskenbaar iets donkers, iets rokerigs en iets dierlijks. Met die typische Montale handtekening, dat geurkenmerk dat ik associeer met Aoud. Maar ook hier zeg ik: de illusie van Aoud. Want sinds ik in New York één mililiter van het echte spul heb aangeschaft, maakt niemand me meer iets wijs.

Glasheldere compositie, verrukkelijk in zijn eenvoud. Voor meisjes, jong en oud, met een bite. En voor mensen die lijden onder riekende dampen.

Trouwe lezers hebben het vast opgemerkt: de laatste tijd is het wat stiller op mijn blog. Vakantie, werkdruk en ook schrijftwijfel zorgden voor een schrale oogst. De vakantie is achter de rug, de schrijftwijfel is gelukkig verdampt en het plezier terug.Tot gauw!

Gebottelde heimwee

Veel mensen fantaseren erover, maar er zijn er maar weinig die het ook doen. Radicaal breken met hun loopbaan en dromen omzetten in daden. Neela Vermeire had de moed, liet het juridisch haarkloven aan anderen over en bottelde haar heimwee naar India. Met topparfumeur Bertrand Duchaufour als reisgenoot.

De samenwerking tussen de twee is niet uit de lucht komen vallen. Zeker, Duchaufour is momenteel een van de meest bewierookte en succesvolle parfumeurs (oa. Comme des Garcons, Eau d’Italy, l’Artisan Parfumeur en Penhaligon) en wie zou hem niet op de shortlist zetten? Maar zijn indrukwekkende staat van dienst op zich was voor Vermeire onvoldoende reden om met hem op avontuur te gaan. Ze zocht iemand die de geuren van haar geboorteland zelf had opgesnoven. Die haar land had bereisd en besnuffeld. Die haar liefde en fascinatie voor het uitzonderlijk veelkleurige geurlandschap en de geschiedenis van India deelde. Bertrand paste perfect in dit profiel.

Het verbond tussen beiden heeft geresulteerd in een reeks buitengewone geuren. Trayee, Mohur en Bombay Bling! vormen een trilogie. Het zijn alledrie verfijnde olfactorische miniatuurtjes met een uitzonderlijke complexiteit. Parfums die ruiken naar Vermeire’s spirituele en culturele wortels. Het is haar geschenk aan de wereld, maar misschien wel in de eerste plaats aan haarzelf.

★★★★☆ BOMBAY BLING! (2012)
♪♪ ∫∫ ♀ €€€ ⎢fruity floral oriental⎢verkrijgbaar bij Parfumaria
Volmaakt rijp fantasiefruit van een goddelijke soort. Perfecte balans tussen zoet en zuur. Kruising tussen peer en perzik; uiteindelijk doet de groenige toon me besluiten dat het mango is. Beetje banaan. Sprankelend en stralend karakter, wat een technische beheersing, hoe krijgt Duchaufour dit voor elkaar bij afwezigheid van aldehydes of musk? Romige basis, zonder dat het glibberig of creamy wordt. Rijk en rond, zonder dat het klef of suikerzoet wordt. Sensueel maar niet zwoel. Intens maar niet bedwelmend. Het parfum geurt eindeloos lang. In de uren die volgen komen de intense fruitkarakters wat tot rust en ontstaat ruimte voor subtiele aardse aroma’s.

Duchaufour toont zich hier een waar evenwichtskunstenaar. Op het slappe koord danst hij boven het hedendaagse Bombay (officieel: Mumbay), opgetogen en vol vertrouwen in de toekomst van het land.

Bombay Bling! is het laatste deel uit de parfumtrilogie, volgende week: Mohur.

Neela Vermeire vertelt met deze trilogie over haar Indiase achtergrond. Hoe belangrijk vind jij eigenlijk het verhaal achter het parfum? Voegt het iets toe? Ga je anders ruiken? Ruik je meer? Of zit het verhaal je juist in de weg? Vertel!

Hemels water

Een mens zit vreemd in elkaar.

Net nu ik verzaligd mijn benen in de zon leg en de gazpacho, tabouleh, gegrilde scampies en een glas pastis met ijs onder handbereik zijn, word ik verliefd op een parfum dat een ode brengt aan de regen. Inderdaad, regen.

Angeliques sous la Pluie.

Even dacht ik Jean-Claude Ellena te betrappen op een fantasie over Angelique, die na een hoosbui doorweekt in zijn Zuid-Franse parfumtempel verschijnt. Maar nee, die ‘s’ van Angeliques laat geen ruimte voor wulpse gedachten. Het gaat hier om engelwortel (angelica archangelica) en Ellena’s creatie is een welriekende haiku over een majestueuze plant in een regenbuitje. Kuiser wordt het niet.

Over regen gesproken. Volgens de deskundigen zijn er drie regentypes. Het kan niet anders of dit moeten huiskamergeleerden zijn. Want tel even met me mee: er zijn de striemend straffe regens in de herfst waarin nog geen hond naar buiten wil. Die vanuit het westen in een hoek van 45 graden een weg vinden langs de sluiting van je jas en zonder pardon je arme lijf geselen. Dan heb je de zomerse stortregens met druppels groter dan een centimeter. Vloek of zegen, je wordt er behoorlijk nat van.

En vergeet de drizzle niet, de druilregen, nauwelijks waar te nemen, maar dit type heeft slechts een straatbreedte nodig om je tot op de draad te doorweken. Dat zijn er al drie. Dan heb je nog de ijsregens, de hoosbuien, de slagregens, de wolkbreuken, de plensbuien, de watergordijnen, de motregens, de zomerse buitjes en de moesson. Mis ik er nog een?

Gelukkig is er deze week nauwelijks regen, maar wel Angeliques sous la Pluie. Met dank aan de weergoden.

♡★★★★☆ ANGELIQUES SOUS LA PLUIE (2000) van Jean-Claude Ellena voor Frederic Malle
♪ ∫ ♀♂ €€⎢woods⎢verkrijgbaar bij Skins Cosmetics
Een flinke scheut Hendrick’s Gin met Fever-Tree tonic klettert over mijn polsen. In een fractie van een seconde overbrug ik de 200 kilometer die mij scheiden van Pure C, het jongere en hippere zusje van Oud Sluis van (bijna ex-) driesterren chef Sergio Herman. De cocktailkaart is er eentje om bij weg te dromen en het roomwitte interieur van het restaurant, de duinen met het wiegende helmgras en het uitzicht op zee vertragen mijn hartslag. De cocktail met ijsblokjes van rozemarijn en andere groene kruiderijen geeft me het laatste zetje om mijn gedachten met een korrel zout te nemen.

Het kan niet anders of Ellena slurpt ook graag dit drankje weg. En misschien zat hij vorig jaar wel diezelfde septemberavond in een van die andere ronde kunststoffen banken. Genoot hij van hetzelfde brouwseltje als ik. Met Hendrick’s gin en Fever-Tree tonic en van die kunstig gemaakt ijsblokjes. Ik durf mijn fles Angeliques sous la Pluie erom te verwedden dat aan gin of tonic, of misschien wel aan allebei, een druppel engelwortelolie is toegevoegd.

Ellena zou Ellena niet zijn als hij na deze sprankelend frisse opening niet op de rem trapt. Eerst het briesend paard de vrije teugel geeft om het daarna krachtig tot de orde te roepen. Hij verstaat de kunst van het temmen, deze man. Verbazingwekkend hoe hij het tintelend frisse groenkruidige begin van citrus, jeneverbes en subtiel zoete engelwortel in een oogwenk omtovert in een geraffineerd zachte, musky, tikje sweaty en houtige, licht warme en comfortabele geur. Enkel waarneembaar als je de drager op de huid kruipt.

Angeliques sous la Pluie. Engelwortel in de regen, een regen van de fijnste soort. Ellena’s geurige aquarel in watertonen.

Maar je maakt mij niet wijs dat Ellena onder het genot van die gin-tonic niet even aan Angelique dacht…

Net nu ik de laatste hand aan dit artikel leg, begint het te regenen in Maastricht. Goed voor de engelwortel die haar krachtige wortels en stengels weer kan volzuigen met hemelwater. En ik? Ik laat de gin-tonic voor wat ie is en laaf me aan de beelden van ‘Ocean without a shore’ van Bill Viola, een videokunstenaar die gegrepen is door watergordijnen.

Geïnteresseerd in de achtergronden van dit werk? Klik dan hier.

En naar welke geuren grijp jij deze zomer?

Een witte Pasen geurend naar Classic Myrrh

Eigenaar en oprichter Camille Henfling komt uit een Maastrichts apothekersgeslacht. Met smaak vertelt hij hoe hij als kleine jongen zijn neus stak in zakken kruiden en specerijen die opgetast stonden in het magazijn van de zaak van zijn ouders.

Decennia later brengt hij onder de naam van zijn adellijke Duitse voorvaderen, Von Eusersdorff zijn eigen reeks parfums uit. Zijn Classic Patchouli is een intense en stroperige sixties patchouli, zijn Classic Vetiver een fris groene vetiver, de Classic Myrrh een pittig kruidige creatie en zijn Classic Mimosa een en al frisse bloemenbries. Alle vier de parfums ruiken naar wat hun naam doet vermoeden. Ze zijn toegankelijk, hebben een natural feel en de kwaliteit spat ervan af.

Vandaag mijn persoonlijke favoriet uit de reeks, de Classic Myrrh. Omdat het Goede Vrijdag is, Pasen voor de deur staat en het kouder en witter zal zijn dan de afgelopen Kerst.

★★★★☆ CLASSIC MYRRH (2011) van Von Eusersdorff
♪♪ ∫∫∫ ♀♂ €€ ⎢woody oriental ⎢o.a. verkrijgbaar bij Parfumaria
Mirre is een van de oudst bekende parfumingrediënten en werd al 7000 jaar voor Christus gebruikt als rookwaar. Op een papyrusrol uit 1550 voor de jaartelling is het recept gevonden van Kyphi, een mengsel van wierook, mirre, kalmoes, galant en mastiek dat na zonsondergang werd gebrand om de zonnegod Ra gunstig te stemmen. Hij gaf blijk van zijn goede zin door de mens een goede nachtrust te gunnen, hem te bevrijden van zijn zorgen, te kalmeren, angst weg te nemen en voorspellende dromen te schenken.

Von Eusersdorffs Classic Myrrh heeft op mij eenzelfde uitwerking. De warmkruidige basis brengt rust na een lange dag vol indrukken, koestert en omarmt. De aroma’s van wierook en mirre maken mijn geest helder. De geur van viooltjes tilt het parfum op, evenals de lichte toets van terpentijn. Iets rokerigs voegt extra complexiteit toe. Het parfum geurt eindeloos lang.

Classic Myrrh oogt bedrieglijk eenvoudig, laat je niet op het verkeerde been zetten. Het is een schitterend geurminiatuurtje met alle aroma’s precies op de juiste plek. Mijn geurige metgezel voor deze witte Pasen, bij deze besloten.

Hoe mijn paasdagen er verder uitzien? Ik graaf me met mijn grieperige lijf in met seizoen 3 en 4 van Breaking Bad, paaseitjes en kannen thee. En bid vurig dat moeder natuur op 1 april een goede grap uithaalt en de zon uitbundig laat schijnen…

Fijne dagen!

Stoners Birdie

Als ik een boek lees, reist er altijd een parfum met me mee. Zo was er Vrijheid van Jonathan Franzen met een vintage Jolie Madame van Balmain, hulde ik Stefan Brijs’ Engelenmaker in Tindrer van Magnetic Scent en geurde Verwante Stemmen van Vikram Seth naar Mona di Orio’s Musc.

Als boekenlegger fungeert een zuinig geparfumeerde geurstrook. De woordenstroom die uit het boek omhoog welt, stopt onmiddellijk als ik de strook tegen mijn neus hou. ‘Hé zeep’, ‘wauw’, ’tsjonge, stoer’, ‘ohhh viooltjes’, ‘goh leer’, ‘jakkes’, ‘???’, ‘hmmm’.

Deze gelegenheidskoppels, niet bij elkaar gezocht maar bij toeval door mij bij elkaar gebracht, leveren vaak verrassende combinaties op. Een vochtig donkergroen bloemenparfum bij een bloedstollend verhaal over gekloonde kinderen. Een assertief knisperende chypre met een toets van gebrand leer bij een Amerikaans epos over de middenklasse.

Soms lijken ze voor elkaar gemaakt, het verhaal en het parfum. Dan vallen de aroma’s naadloos met de woorden samen en genieten episode en akkoord van elkaars gezelschap. Soms ook is het parfum tot troost, zoals de zachte sensuele Musc van Mona di Orio bij de weemoedige roman over een onmogelijke liefde tussen een pianiste en een violist.

De afgelopen week omlijstte Birdie, een van de tien parfums uit de nieuwe serie ‘Join the Club’ van Xerjoff, het prachtige Stoner van John Williams. Een onalledaags koppel.

★★★★☆ BIRDIE (2013) van Xerjoff, Join the Club serie
♪♪ ∫∫∫ ♀♂ €€⎢mossy woods⎢o.a. verkrijgbaar bij Aafke’s
Indringende aroma’s van hooi, paard en zwarte aarde. De onmiskenbare geur van groene zeep, je weet wel, die glibberige doorschijnende substantie in die ronde geelgroene plastic verpakking. Fris wasgoed met een hint van menthol. Leer en iets stuivends.

Na een half uur is een perfecte balans ontstaan tussen de dierlijke en zepige tonen. ‘Vreemd maar wel lekker’. Erg lekker zelfs.

Intrigerende textuur: een diep bruinzwarte massieve grondlaag waarop kuikendons een vederlicht dansje uitvoert.

Zeer eigenzinnig en origineel geurprofiel. Het heeft iets vertrouwds en is tegelijkertijd een van de meest ongewone parfums die ik in tijden geroken heb. Neus ligt in overgave op mijn pols, wil alleen maar ruiken. ‘Tee, laat me met rust’, klinkt het als ik haar lastig val met mijn gepieker.

Waarom passen Birdie en Stoner zo goed bij elkaar? Waarom vormen het markante gezicht op de cover en deze geur zo’n perfecte match?

Stoner verhaalt over het leven van een begeesterde wetenschapper Engelstalige literatuur die gebukt gaat onder existentiële eenzaamheid, stelselmatige vernedering en verloochening om tenslotte te bezwijken onder de last van het leven. Maar als ik dit verhaal in geur wil schilderen, kom ik niet uit bij Birdie.

Dan vallen opeens de stukjes van de puzzel op hun plek. Is de code gekraakt. Dat wat Stoner node ontbeert om zijn plek op deze wereld in te nemen, eist Birdie van meet af aan op. Waar Stoner zich schikt, is Birdie onverzettelijk. Waar Stoner zich laat kleineren, maakt Birdie met één oogopslag duidelijk dat er niet met zijn voeten kan worden gespeeld.

Met Birdie was Stoner beter bestand geweest tegen de ruigheid van het menselijk bestaan. Wat had ik Stoner graag een Birdie gegund.

Sergio Momo, grondlegger van Xerjoff, vertelde me enkele weken geleden tijdens een ontmoeting in Amsterdam dat van geen enkel parfum uit de ‘Join the Club’-serie de geurpyramide bekend wordt gemaakt (uiteraard worden wel de allergenen vermeld op de verpakking). Hij vertrouwt erop dat de consument de tien geurige sfeertekeningen herkent. Niet alleen moedig maar ook risicovol.

Over Birdie schrijft hij:

(…), the golf club that stretches over a manicured green carpet, a course that is an oasis of rejuvenating well being, where challenges are compelling in a calm tone, surrounded by the trees that act as its frame. The only muffled sounds that awaken the quiet of the place are those of clubs hitting balls, their trajectory perfect, the outcome of technique and concentration.’

Duidelijk, toch?

Hoeveel waarde hecht jij aan informatie over de aroma’s in een parfum? Uit wat voor type beschrijving maak jij op of een parfum al dan niet interessant voor je kan zijn? Ben je ook wel eens op het verkeerde been gezet? Vertel!