Tsjoek!, de laatste…

Het geluid van de schop splijt mijn hart. Een golf misselijkheid trekt door me heen. Tsjoek, tsjoek, tsjoek. Het ritme van de dood. In mijn voortuin. Op maandagochtend.

Elke klap brengt het einde van de zestigjarige roos dichterbij. Mijn lieveling, met de schitterende rozerode bloemen en haar zachtroze geur. Elke zomer tovert ze de buitengevel van ons huis om tot een weelderige bloemenzee. Nu in doodsnood. Een kapot riool wordt haar fataal.

Met een verbeten trek om de mond doorklieft de toegewijde man milimeter voor milimeter de polsdikke penwortel. De geur van vochtige aarde en plantensap is overal. Zijn maat observeert de strijd tussen man, schop en roos onaangedaan. Lusteloos en zonder bijster grote interesse. Voor hem een dag zoals alle anderen. Misschien een beetje koud voor de tijd van het jaar.

Maar de oude reuzin laat zich niet zomaar ontwortelen. Ze biedt heldhaftig weerstand aan het geweld van indringend staal en onverholen agressie. Zweet gutst langs het van inspanning gezwollen gezicht van de rozenploert. De ochtendfrisheid is er nu wel zo’n beetje van af. De geur van zeep en haargel maakt plaats voor mondgeur en een zweem vettige scheet.

Hij begint te grommen. Te sissen zelfs. En tenslotte te vloeken. ‘Got nondeju, kolere’. Als een bezetene begint hij aan de plant te rukken. Man en plant, in gevecht. ‘Je gaat er aan, jij teringding’. Speeksel vliegt rond en er druipt waterig vocht uit zijn neus. Hij haalt zijn mouw langs zijn gezicht, een zwarte veeg blijft op zijn wang achter.

Zijn maat is inmiddels aan zijn derde shaggie begonnen en geniet er zichtbaar van. Blaast de rook met licht geheven kin en getuite lippen uit.

Het wordt me teveel. Met dichtgeknepen keel en prikkende ogen loop ik het huis in.

Tsjoek. 

Opeens is het oorverdovend stil.

Dagenlang heeft de ontzielde plant op het gazon gelegen. Tot ik voldoende moed bij elkaar had geraapt om haar in stukken van veertig centimeter te knippen. Voor haar laatste rustplaats, de groenbak.

Deze week stelde ik een set parfums samen voor iemand die naar de studio kwam voor een geuradvies. Een van de opgenomen parfums was Agent Provocateur van Agent Provocateur: een parfum met de tere geur van bleekroze rozen, een toefje warme huid, een zweem aarde en wat stekeligs. Het bracht me terug naar die ochtend twee jaar geleden, toen de prachtige klimroos werd geveld. Inmiddels geniet ik van haar opvolgster, de schitterende New Dawn, die elke zomer en nazomer overdadig bloeit.

_________________________

Lieve lezers,

met ‘Tsjoek’ stop ik voor onbepaalde tijd (en met pijn in mijn hart) met schrijven over mijn geuravonturen op deze blog. Ik heb er intens van genoten en ik hoop jullie ook. Ik zal jullie leuke, grappige, waardevolle reacties missen, het was de kroon op elk artikel dat ik schreef. Wellicht pak ik de pen weer op, want ik weet: ik ga dit allemaal missen! Maar nu gaat mijn weg verder met Geurlab, kijk maar eens. 

Met welgeurende groet,

Tanja

Onstuitbaar

Vandaag ruik ik naar George. Het heeft even geduurd voor ik me aan George heb kunnen overgeven. Want George is wat veel van alles.

Én beest én leer én smeuïgheid én kruiden én lust én jodium én iets viezigs én siroop én koffie én tabak én bloemen èn een likje frisheid èn…tsja, wat heeft George eigenlijk niet?

Als je nu meent in de wereld van de chaos te zijn beland, dan heb je het mis. Ongetwijfeld zijn de nodige bezweringsformules uitgesproken om dit tot een goed einde te brengen, maar, chapeau!, het resultaat mag er zijn.

Ruim twee jaar geleden trof ik George aan op een koude en regenachtige novemberdag in de barokke geurtempel van Jovoy op de Rue de Castiglione in Parijs. Direct bij binnenkomst, links van de ingang, en enkel zichtbaar voor de oplettende bezoeker, stond daar die cognackleurige verschijning, stoer en mannelijk, gehuld in een strakgesneden zwarte outfit.

En hoewel Neus bij het betreden van de parfumerie ogenblikkelijk in vervoering raakt van de verzadigde atmosfeer vol welriekende moleculen, en als een blije pup ongecontroleerd begint te kwispelen, vangt George mijn aandacht.

Plots ontstaat er rust in de kakofonie van indrukken.

Aangetrokken door de Intrigerende verschijning, stap ik er omzichtig op af. Raak aan. Open. Besnuffel. Mijn neus registreert het een fractie van een seconde eerder dan mijn brein. Sjésus. Dit is ongepast!

Oh? Sinds wanneer zijn er grenzen in het rijk der geuren?

Hoe het zo is gekomen weet ik niet precies, maar opeens ligt Neus willoos op mijn arm, behekst door de dierlijke, warme en ietwat weeïge zweem die opstijgt van mijn huid. Eén ademtocht van overgave verwijderd.

Tee, dit wordt beschamend. Doe iets.

‘Kom mee Neus, er is nog meer te beleven hier’. Morrend en met slechts half haar aandacht erbij dwalen we door de boudoir-achtige ruimte. Langs schappen vol exquise parfums, gebotteld in de meest uitzinnige flessen. Oud, vetiver, iris, rozen, bergamot, blond hout, ceder, jasmijn, zeep, sandelhout.

Plots valt mijn oog op Denyse Beaulieu, Parisienne en parfumtijgerin met immer geslepen pen (grain de musc), geanimeerd in gesprek met een dame van Jovoy. Wapperende handen als opgewonden vogels. De kuiten strak gespannen boven de twaalf centimeter hoge zwarte hakken. Getuite rood gestifte lippen, gemanicuurd Frans gekir.

Hoor ik daar de naam van George vallen? Kan überhaupt een vrouw die zweert bij het gedurfde parfum Putain des Palace van État Libre d’Orange onberoerd blijven bij dit woest aantrekkelijke staaltje geurkunst?

Het heeft bijna twee jaar geduurd voordat ik dit onrustbarende en tegelijkertijd magnetiserende parfum aan mijn huid heb durven toevertrouwen. En George en mij samen aan de wereld.

George blijkt een vrouw, geen man, en is een ode aan George Sand. Een grootse persoonlijkheid, een vrije geest.

Uitnodigend en afstotend, samentrekkend en open, verleidelijk en begrenzend, opwekkend en benevelend, kalmerend en wispelturig, vertrouwd en provocerend. Een apothekerskast aan tegenstellingen. Een orkaan aan emoties.

George is het leven zelf. Een onstuitbare stroom energie die zich een weg baant door het vlees, door het hart en tenslotte door de geest.

Een parfum dat roept: bemin mij. Koester mij. Gedenk mij.

Je bent gewaarschuwd. Er is geen weg terug.

 

 

Katerlucht


Deze dagen snuif ik de aroma’s van Zuid-West Kreta op. Het door zon en wind geteisterde landschap geurt naar warme hars, dennennaalden en het hout van eeuwenoude cederbomen. Cicaden brengen er hun oorverdovende concert. Spiedend als een havik zoek ik naar de glinsterende druppels hars op de onderliggende rotsen. De oogst is mager vandaag.

Er is in deze streek niets hip and happening. In het supertje op de hoofdstraat doen locals èn toeristen hun inkopen, geen apartheid hier. Nieuwsgierig dwaal ik door het wonderlijke assortiment van het zaakje met de afmeting van een bescheiden caravan. Blikjes tonijn naast soepstengels, badslippers naast shampoo, aanstekers naast cocktailprikkers. Vangst van de dag: een wandelkaart van het gebied, twee miniglaasjes en een flesje inheemse ouzo, niet zoet wèl aromatisch. Het levert me een bewonderende blik van de uitbater op.

Enige tijd geleden vroeg een vriendin me ‘Wist je dat sommige mannen een katerlucht hebben?’ Je bedoelt de lucht van verschraalde alcohol, zure maag, zweterige nacht en ongepoetste tanden?’ Nee, katerlucht. De geur van een kater, het beest.’ Je maakt een grapje. ‘Nope‘.

Ze had gelijk. Het bestaat. Het bewijs werd geleverd door een Duitse toerist in de Samariakloof. Ik draaide in ongeloof mijn hoofd om toen Neus ‘code rood’ gaf. Mid-twintiger, blond golvend haar, lichte huid, sproetjes. Verwassen poloshirt, knielange wandelbroek met grote zakken, donkere rugzak, wandelschoenen. Kortom: onopvallende verschijning. Maar met een géur. De geur van kater. Krolse kater wel te verstaan. Onmiskenbaar. Die van die paar druppeltjes op het kattenluik van onze poes. Dagelijkse kost dit voorjaar.

’s Avonds op het terras bezwangeren de gele en rode bloemen van de metershoge tabaksplanten de lucht met hun monumentale geur. Ze is zo intens dat zelfs de rokerige walm van het geblakerde varken aan het spit de aftocht blaast. Odysseus en de cycloop Polyphemos in geurgevecht. Odysseus wint. Had je wat lelijkerd?

Gelukkig geen geurgevechten in mijn tas. Vredig ligt de flamboyante Fleur d’Oranger van Serge Lutens naast de evenwichtige Shanti Shanti van Miller et Bertaux. En vlijt Orange Star van Andy Tauer zich met genoegen tegen het piepkleine spraytje Sandflowers.

SANDFLOWERS van Montale
♪♪♪ ∫∫∫ ♀♂ €€ ⎜marine⎜water romig aromatisch houtig
Melina Merkouri meets Poseidon. Niet voor tere zieltjes dus. Uitgesproken en karaktervol. En luidruchtig. Zilt, airy, tikje medicinaal, dun laagje amandelmelk. Zand. En een korreltje zoet. Weet niet van wijken. Net als de legendarische Merkouri.

PS in verband met mijn vakantie reageer ik wat later op eventuele berichten.

GeurAdel

Toen ik het stukje ‘GeurTerreur’ in maart van dit jaar op deze blog plaatste, had ik geen idee van de turbulentie die de maanden erna zouden tekenen. Ja, ik hoopte dat het druk zou gaan worden. Dat was toch ook de bedoeling met het openen van mijn nieuwe studio in Maastricht? Maar zo druk?

Er liep een kunstenaar binnen die wel iets met geur wilde, ‘kunnen we misschien iets samen doen?’. Leuk! Een documentairemaker die gegrepen werd door mijn verhalen over de geuren van de stad. Of ik hierover iets wil zeggen in zijn nieuwe project. ‘Nou, graag.’ Iemand die een geurige kroniek wil laten optekenen. ‘Wauw, mooi idee!’

En dan is er nog de co-creatie met een sopraan om een van mijn meest geliefde aria’s op geur te zetten. De samenwerking met de neuropsycholoog om meer inzicht te krijgen in de werking van geur op het brein. En oh ja, die nieuwe website, die nieuwe huisstijl, die nieuwe…

Veel nieuw en veel nieuws dus. Goed nieuws ook.

Maar genoeg over mij. Neus wil het woord. Héhé eindelijk weer wat geurgeneuzel, wat heb ik dát gemist!

★★★★☆ HIRIS van HERMÈS door Olivia Giacobetti
♪♪ ∫∫ ♀♂ €€ ⎜soft floral⎜fris zepig floraal iris vegetaal stuivend⎢1999

In een tijd waarin grofweg vier van de vijf parfumlanceringen naar karamel, gesuikerde frambozen of suikerspin ruiken en de rest naar open haard of de daad (of een combinatie van beiden) is Hiris gebotteld anachronisme.

Hiris geurt naar aan de lijn gedroogd wasgoed. Knisperend fris linnen opbollend in de wind. Kraakhelder. Licht violet met een zweem blauwwit. Iets warms en geruststellends op de achtergrond. Voor man of vrouw. Elegant. Opgeruimd. In control.

Hiris bakent af en omzoomt. Dit ben ik. En dat ben jij. Dit is mijn terrein. Dáár is de wereld. De ideale geurjas voor op reis of voor een meeting met onwillige personen. Hiris geeft geen krimp. Blijft fier overeind, ook bij druk van buitenaf. Stille kracht. Beschermt en schermt af. Ademt subtiele gereserveerdheid uit. Zelfverzekerd. Soeverein.

Mijn ontdekking van deze zomer. Dit parfum kan bijgezet worden in de gallerij der edelparfums: pure geuraristocratie.

Hoe het met Neus is, vraag je? Neus snift, snuffelt en snuift met volle teugen het leven op. En als Neus zou kunnen kwispelen, dan zou ze dat de hele dag doen. En ik ? Ik loop als een hondje achter haar aan. Ik kan niet anders.

BreinReizen

Als in één en dezelfde week èn een journalist in de sectie Wetenschap èn twee columnisten van aanzien over geur schrijven in de Volkskrant, dan weet je: er is iets aan de hand.

‘Texelgeur,’ schrijft Nico Dijkshoorn, ‘voor mij was dat een mengsel van mijn vaders aftershave, de zweterige belegde broodjes onderweg van mijn moeder, de natte stenen op de dijk, het bos met dat ene bankje, de veemarkt, de geur van het gehuurde huisje, een andere toiletverfrisser dan thuis, mijn ruikende oksels en vooruit dan maar, een schaap’.

De levendige vakantieherinneringen aan zijn jeugd worden in een zucht tevoorschijn getoverd door de geur van Rode Ribis. Grasduinen op internet levert uiteenlopende beschrijvingen op van het olfactorische landschap van deze sierbes. De ene bron noemt hars, een andere kattenpis. Wat het ook is, de geur opent allerlei luikjes in de grijze bovenkamer van de schrijver tot aan ‘een andere toiletverfrisser dan thuis’ toe. Een stroom van beelden, associaties en sferen wellen op door de kruidige adem van deze struik. Zonder enige hapering, ongeorganiseerd, zonder logica of controle. Klik klik klik klik klik klik. De oogst herinneringen is rijk en overdadig.

Hoe dit fenomeen precies werkt is niet duidelijk, maar iedereen kent het. Althans een ieder die gezegend is met een werkend reukorgaan.

Sinds enige tijd wordt geur door de commercie omarmd als de nieuwe verleider en trakteert de winkelier de consument tijdens het winkelen rijkelijk op de geur van chocolade, koffie en versgebakken brood, want scent sells. Aangemoedigd door de resultaten slaan inmiddels ook politieburo’s en overheidsinstellingen aan het begeuren. Nachtmerrie-achtige visioenen van naar groene thee ruikende corridors, met marshmallow begeurde liften en gember uitwasemende schoenenzaken trekken aan me voorbij. Alsof een geurcondoom strak over de echte wereld wordt getrokken.

Zou het klassieke reisburo (vale vloerbedekking, crèmekleurige computer en posters met palmbomen en lachende families aan de muur), nou nog echt hebben bestaan als ze haar bezoeker had gefêteerd op een melange van zee, Piz Bruin en Mojito?

Nu carnaval mijn stad overneemt, droom ik van verre oorden. Over een land waar de magie boven de rode stoffige aarde hangt en kangoeroes de schrik van elke wijnboer zijn. Waar de namiddagzon de eucalyptusbomen haar welriekende geest ontlokt en de geur van versgemalen koffie altijd wel ergens door de straten zweeft. En waar ‘s ochtends mij de schaterlach van de kookaburra wekt. Eén pufje Shanti Shanti en ik ben er. Plof. In a split second. Dank je brein, dank je geur.

♡ ★★★★☆ SHANTI SHANTI van Miller et Bertaux
♪♪ ∫∫ ♀ €€ ⎢floral⎢2008
Bleekroze rozen met flonkerend ochtenddauw in een bedje van zacht geurende aarde. Klein zeepje als toegift na. Knisperende textuur, prikt net niet. Eens mee in mijn koffer naar Australië en sindsdien mijn olfactorische ticket naar deze zinsbegoochelende bestemming. Hunkerparfum.

My Funny Valentine

Als je letterlijk overal aan ruikt, kom je soms tot verrassende ontdekkingen. Bijvoorbeeld dat zojuist gesneden stelen van tulpen licht naar asperges geuren. Of de nieuwe lipstick naar suikerspin. En dat het theeglas in dat leuke nieuwe restaurant riekt naar zweetvoeten.

Deze weken overheerst de geur van ‘nieuw’ mijn leven. Hij is zo sterk dat ik er zo nu en dan niet van kan slapen. Ontelbare hersencellen zijn ’s nachts al teloorgegaan aan het mijmeren over de juiste kleur grijs voor de vloer. Hoezo juiste kleur grijs? Grijs is toch grijs? Vergeet het. Want er is Mono, Rubine Ashes, Welcome, Down, Dash of Soot, Dolphin, Perennial Grey en nog zo’n vijftig andere tinten. Voor iemand die geboren is onder het sterrenbeeld Weegschaal een Gordiaanse knoop. En ook andere dingen als de afmeting van de steigerhoutentafel, de kleur van de lockers voor de geurbibliotheek of de witte buisframestoelen op Marktplaats houden me behoorlijk bezig.

Het begon allemaal enkele maanden geleden met de geur van vermoeid gebouw. De dry down van een meer dan vijftig jaar oude brandweerkazerne die ook leegstand en een grillig kunstenaarsbestaan heeft gekend, is teleurstellend alledaags. Muf, stoffig en vochtig, met op de eerste verdieping een zweem rubber van stukgetrokken vloerbedekking en bij de voormalige smeerput een hint van olie en diesel. Of verbeeld ik me dat laatste en wordt Neus gefopt door een een geurige fata morgana? Fata morgana of niet, na de rondleiding knik ik enthousiast naar de verhuurder en weet: ‘dit is het’.

Zes maanden en een intensieve renovatie later heeft de schilders- en schoonmaakploeg de geur van stof vervangen door die van bijtend schoonmaakmiddel en stopverf. Met zo’n twintig andere creatieve bedrijven heb ik mijn intrek genomen in een herboren kazerne. En ook al ben ik nog tot eind van de maand verstoken van internet, ik wil er elke dag zijn. Ook in het weekeinde. Al is het maar even. Verzin smoezen als ‘Moet de kruiden even water geven’ of roep uit ‘Waar is Lady Vengeance (te vervangen daar elk willekeurig ander parfum)?! Ach nee, op Brandweer!’. Om vervolgens met een gelukzalige glimlach op mijn fietsje naar de andere kant van de stad te peddelen.

Verliefd op mijn nieuwe werkplek. Yep. En hevig.

Wordt vervolgd 😉 .

LIJSTJES

En dan is het jaar opeens bijna voorbij. ‘Wat zeg je? Er zijn nog 8 dagen te gaan?’ Klopt, ook in mijn jaar zitten er 365 waarvan 31 in december. Maar op deze maandag voor Kerst zit mijn werkjaar erop, wordt mijn digitale appel naar een lade verbannen en slaak ik een zucht van verlichting.

Ik hou van deze tijd van het jaar. Terwijl mijn actielijstjes ondanks alle inspanningen maar niet korter willen worden en in mijn bovenkamer overuren worden gemaakt, komt de natuur langzaam tot stilstand. De kleur trekt langzaam weg uit het landschap om plaats te maken voor een modderig schilderspalet met groene mopjes.

Sinds enkele dagen neemt die typische geestesgesteldheid die hoort bij het eind van het jaar bezit van me. Verwonderd dwaal ik met een lantaarn in de hand door de onvermoede vertrekken van 2013 en til hier en daar het dikke kleed van ervaringen op. Mijn eerste geurconcept samen met de Amsterdamse parfumeur Spyros Drosoupoulos voor een fabrikant van rubberen halffabrikaten. Nee hoor, het ruikt niet naar rubber. Integendeel. Het is een groen, houtig en transparant parfum, met een soepele basis. Passend bij de missie en cultuur van het bedrijf. Of het unisex parfum voor een van de grootste projectbureau’s in de gastvrijheidsindustrie. Uitgewerkt met twee vrouwelijke parfumeurs uit Parijs. En ach, dat is waar ook, de geuren van New York City!, voor altijd opgetekend in mijn geurgeheugen. Het overweldigende geurlandschap van Chinatown met zijn vis, kruiden en afval. Of de onvergetelijke vochtige geur van vers gestort beton rondom Ground Zero.

Er zijn de geuradviezen (leuk: ook mannen maken hier steeds meer gebruik van), de lezingen en de geurworkshop deze maand voor bezoekers van het Toon Hermans Huis. Er is het artikel Groen Parfum, geschreven in opdracht van het Volkskrant Magazine dat niet geplaatst werd. Teveel persoonlijke kleur. Tsja, niet alles past. Er zijn de vele inspirerende ontmoetingen, de onverwachte wendingen en kansen, de teleurstellingen en de nieuwe ontdekkingen.

Nu het einde van het jaar in zicht is, verschijnen ook de lijstjes in de krant en op internet. De hoogtepunten, de dieptepunten, de zoveelste top 2000, de leukste, de gekste, de beste, de weerzinwekkendste, de mooiste, de treurigste, de liefste. Eindejaarsamusement, heerlijk.

Goed moment dus voor mijn lijstje hunkerparfums, vijf flesjes gebottelde schoonheid die mij keer op keer een zucht van verrukking ontlokken.

  • Angeliques sous la Pluie van Frederic Malle, Ellena’s toast op de zomer.
  • Cuir de Nacre van Ann Gerard, romige iriswortel omhuld door zijdezachte suède. De veter nachtblauw leer die Bertrand Duchoufour door het parfum weeft, geeft de geur pit en iets gereserveerds. Perfecte balans tussen zacht en stevig.
  • Mon numero 7 van l’Artisan Parfumeur, verrassende en veelkleurige compositie van tuberoos met specerijen. Slank en droog met een iets stoffige textuur. Hoor ik daar een tijger grommen?
  • Mon numero 8 eveneens van l’Artisan Parfumeur. Ook hier een crèmige iris in de hoofdrol, met bijna iets droppigs à la Dior Homme. Klassiek en verfijnd. Geen poederige weelde, maar een nauwelijks waarneembaar donsje. Omlijsting door witte bloemen en later, de verrukkelijkste schone zepigheid denkbaar.
  • Royal Saffron van Bella Bellisima, weelderige rozen met een stevige dosis saffraanbitters, innig verstrengeld met een pietsie aoud. Krachtig, intens en uitermate intrigerend.

Het vijftal heeft mij gebracht tot aan de deur van 2014, waarachter mijn nieuwe geurstudio gloort. Gelegen in de fraai gerenoveerde voormalige brandweerkazerne, een gemeentelijk monument in Maastricht. Open vanaf medio januari. Je bent van harte welkom!

Maar eerst relaxen onder de kerstboom gehuld in een van mijn favoriete brouwseltjes. Ik wens je een spetterend en bovenal zinnelijk 2014!

How is your nose today?

Konyune onorange-tanka. Hoe is het met je neus? Zo begroeten de Ongees, het inheemse volk van de Andaman eilanden, elkaar.

Vreemde vraag? Hangt er maar vanaf hoe belangrijk geur voor je is. De Ongees vinden hun neus in ieder geval het belangrijkste zintuig in hun leven. Hij vertelt je of een vrucht rijp of een plant eetbaar is en welke geneeskrachtige werking hij heeft. Of iemand een ziekte onder de leden heeft en welke man of vrouw het sterkste nageslacht levert. De neus is de TomTom van de Ongees en hun belangrijkste gids voor welke beslissing ook. En net als de staart van een kat vertelt hij wat het humeur van de eigenaar is. De neus kan licht voelen of zwaar. Moe of alert. Gerrïteerd of nieuwsgierig.

Ook zijn er natuurvolkeren die als begroeting het edele reukorgaan in de oksel van de ander drukken. ‘Hé wat leuk om je te zien!’, en hup daar verdwijnt de neus in de warme holte. Haar of geen haar, zojuist gebadderd of net uit bed, een stevige snuif aan het vocht dat glinsterend in de schoot van de arm ligt, laat de gemoedstoestand van de eigenaar lezen als een boek. Beetje zurig? ‘Boos geweest jongen, ruzie met je vrouw gehad?’ Zoetig? ‘Veel wortelen gegeten of is je maag van streek?’ Bitter? Hartklachten. Ranzig? Weinig rust gehad of problemen met de blaas.

Moeilijk voor te stellen in onze samenleving, waar we naar hartelust be-, ont- en hergeuren en lichaamsgeur de duivel is. Mocht er ooit een 2.0 versie van De Tien Geboden komen dan zal ‘Gij zult de dampen van uw lichaam ostentatief en met toewijding bestrijden’ er zonder twijfel deel van uitmaken.

Deze ochtend ging ik op zoek naar een leuk plaatje voor dit artikel en googelde ‘smelling armpits’. Met ingetrokken neus en toegeknepen ogen opende ik de tab afbeeldingen. Een duik in de oksel van het internet is op zijn zachts gezegd een stoutmoedige daad voor iemand die gezegend is met de afwijking ‘beeld = geur’. Seeing it, is smelling it...

Ik zal je een verslag besparen van wat me voor de ogen kwam. Want geloof me, je wil niet weten wat ik daar aan harige, rode, ontstoken, gerimpelde, schurftige, vlezige, onthaarde, biljartbal gladde, maagdelijke, door gordelroos geteisterde en getatoeëerde oksels tegenkwam wier uitwasemingen mijn werkruimte parfumeerden met een melange van vers, licht zurig, ranzig, scherp, babyzoet, kruidig, onschuldig, weeïg, zilt en door Rexona en Axe onschadelijk gemaakt zweet.

En toch. Ik hou van lichaamsgeur en ben net als die natuurvolkeren gefascineerd door de geur van zweet.

Zo, dat is eruit.

★★★★☆ FRENCH LOVER door Pierre Bourdon voor Frederic Malle
♪♪ ∫∫ ♀♂ €€⎢dry woods⎢verkrijgbaar bij Skins Cosmetics
Een van de meest verleidelijke parfumnamen die ik ken. Wie grijpt nou niet onmiddellijk naar een fles met zo’n naam? Kom op mensen, niet zo verlegen. Ja grijpen maar. Want welke vrouw wil niet haar neus aanvlijen tegen een verre minnaar met exotische tongval die haar lichaam in een smeuïg puddinkje verandert? En is er ook maar één man die niet droomt van vrouwen die door het parfum dat hij draagt in een … nou ja, je begrijpt het.

Hohoho, nu niet direct naar de webshop rennen om deze vriend onbesnuffeld in je winkelwagentje te gooien. Want dit geraffineerde heerschap is niet van plan iedereen te plezieren.

Allez, deze french lover heeft wel eerst zijn tanden gepoetst. Met een ecologisch verantwoorde tandpasta met engelwortel. De opening is namelijk verkwikkend en lichtvoetig. Na verloop van tijd begint de lover heel lichtjes te geuren naar zweet en huid. Maar hij verliest niet zijn frisheid, daar zorgt het groenkruidige karakter wel voor. Beetje aarde, beetje hout. Het parfum blijft op spanning door iets pikants en prikkelends en de strenge, subtiel bittere kern.

Na langdurige en nauwkeurige inspectie blijkt de Franse vrijer uit koel hout gesneden. Knappe vrouw (of man) die hem weet op te warmen.

Fijnproeversparfum.

Je begrijpt dat ik na deze ontboezeming benieuwd ben naar jouw verhouding tot lichaamsgeur. Trek je er je neus voor op? Of kan het je zo nu en dan toch bekoren? En wat vind jij van parfums met een zweterige toets? Vertel!

Parfummagie

Jaren geleden zag ik in een tijdschrift een foto van een lezende jongen zittend voor een Indiase olifant. Het beeld raakte me als een toverstaf en het lukrake bladeren kwam abrupt tot stilstand. Hoeveel schoonheid en vrede kan een foto bevatten?

Zo nu en dan google ik boy and elephant om me te verliezen in dit ontroerende tafereel. Of nee, om mezelf terug te vinden in de turbulentie van alledag, het zachte trillen van mijn hart te voelen en te vertrouwen op het goede.

Sommige parfums hebben eenzelfde magie die mij tot rust brengt. Mohur bijvoorbeeld, van Neela Vermeire Créations.

★★★★★ MOHUR (2012) van Neela Vermeire Créations
♪♪ ∫∫ ♀ €€€⎢floral oriental ⎢verkrijgbaar bij Parfumaria
Een zeer complex bouquet van rozen, specerijen (kardemom!) en sandelhout. De eerste aanzet is fris en lichtvoetig, met een transparante roos en een heel klein zeepje, waarbij op de achtergrond onmiddellijk alle houtige en kruidige aroma’s waarneembaar zijn.

De textuur is zowel teer poederig als romig en fijnkorrelig. Denk aan het zachtste suède waar je je vingers over laat glijden. Het parfum is er een met grote innerlijke kracht en draagt dicht op de huid, wat voor een rozenparfum opmerkelijk is. Een subtiel bittertje (saffraan?) beweegt als een slang door het parfum.

Mysterieus, intrigerend en zeer vrouwelijk parfum. Toont elke dag weer een ander gezicht. Groots.

Mohur is geïnspireerd op de periode dat India werd gedomineerd door het Perzische rijk (van 1526 tot 1857). Een van de machtigste vrouwen was Noor Jahan, de favoriete vrouw van keizer Janhangir. Na haar mans dood wijdde ze haar leven aan de parfumerie.

Kan een parfum jou ook rust geven of tot jezelf brengen? Vertel!

Gebottelde heimwee

Veel mensen fantaseren erover, maar er zijn er maar weinig die het ook doen. Radicaal breken met hun loopbaan en dromen omzetten in daden. Neela Vermeire had de moed, liet het juridisch haarkloven aan anderen over en bottelde haar heimwee naar India. Met topparfumeur Bertrand Duchaufour als reisgenoot.

De samenwerking tussen de twee is niet uit de lucht komen vallen. Zeker, Duchaufour is momenteel een van de meest bewierookte en succesvolle parfumeurs (oa. Comme des Garcons, Eau d’Italy, l’Artisan Parfumeur en Penhaligon) en wie zou hem niet op de shortlist zetten? Maar zijn indrukwekkende staat van dienst op zich was voor Vermeire onvoldoende reden om met hem op avontuur te gaan. Ze zocht iemand die de geuren van haar geboorteland zelf had opgesnoven. Die haar land had bereisd en besnuffeld. Die haar liefde en fascinatie voor het uitzonderlijk veelkleurige geurlandschap en de geschiedenis van India deelde. Bertrand paste perfect in dit profiel.

Het verbond tussen beiden heeft geresulteerd in een reeks buitengewone geuren. Trayee, Mohur en Bombay Bling! vormen een trilogie. Het zijn alledrie verfijnde olfactorische miniatuurtjes met een uitzonderlijke complexiteit. Parfums die ruiken naar Vermeire’s spirituele en culturele wortels. Het is haar geschenk aan de wereld, maar misschien wel in de eerste plaats aan haarzelf.

★★★★☆ BOMBAY BLING! (2012)
♪♪ ∫∫ ♀ €€€ ⎢fruity floral oriental⎢verkrijgbaar bij Parfumaria
Volmaakt rijp fantasiefruit van een goddelijke soort. Perfecte balans tussen zoet en zuur. Kruising tussen peer en perzik; uiteindelijk doet de groenige toon me besluiten dat het mango is. Beetje banaan. Sprankelend en stralend karakter, wat een technische beheersing, hoe krijgt Duchaufour dit voor elkaar bij afwezigheid van aldehydes of musk? Romige basis, zonder dat het glibberig of creamy wordt. Rijk en rond, zonder dat het klef of suikerzoet wordt. Sensueel maar niet zwoel. Intens maar niet bedwelmend. Het parfum geurt eindeloos lang. In de uren die volgen komen de intense fruitkarakters wat tot rust en ontstaat ruimte voor subtiele aardse aroma’s.

Duchaufour toont zich hier een waar evenwichtskunstenaar. Op het slappe koord danst hij boven het hedendaagse Bombay (officieel: Mumbay), opgetogen en vol vertrouwen in de toekomst van het land.

Bombay Bling! is het laatste deel uit de parfumtrilogie, volgende week: Mohur.

Neela Vermeire vertelt met deze trilogie over haar Indiase achtergrond. Hoe belangrijk vind jij eigenlijk het verhaal achter het parfum? Voegt het iets toe? Ga je anders ruiken? Ruik je meer? Of zit het verhaal je juist in de weg? Vertel!