Hella

Ze is niet meer. Hella Haasse. Anderhalf jaar geleden gestorven op 93-jarige leeftijd, een omvangrijk oeuvre nalatend.

Ik heb nooit een boek van haar gelezen. Ja, ik schaam me hiervoor. Zelfs Oeroeg niet, een van de toppers van de leeslijst van de middelbare school. De titel had iets sinisters, ik bleef er liever bij uit de buurt. Overigens was Oeroeg niet het enige beroemde boek waar ik aan voorbij ging. Ook Turks Fruit heb ik links laten liggen. Ik hield toen al niet van poep, pies en sperma verhalen, hoe vernieuwend of ontroerend ook. Te heftig.

Of ik wel van lezen hou? Maar zeker! Als kind was ik al een echte lettervreter. Met een zaklamp onder de dekens een boek aan flarden lezen. Niets liever dan dat. Eerst Thea Beckman. Kruistocht in Spijkerbroek, Rad van Fortuin. Later De Komst van Joachim Stiller, De donkere kamer van Damocles, Twee Vrouwen, Opwaaiende Zomerjurken. Het waren mijn favorieten. De uittreksels van De Avonden en Het Stenen Bruidsbed pende ik over. Zo ook die van Titaantjes en Karakter. Geen doorkomen aan. Las liever Allende en Marquez. Het magische, de geesten, de schimmenwereld, ik was er dol op. Maar dat telde niet voor de leeslijst.

Hella. Nooit een boek van haar gelezen en toch voelt ze wonderlijk vertrouwd. Valt de naam van Hella, dan verschijnt haar gezicht op mijn netvlies. Dat rijpe, oude gezicht. Iets van de camera afgekeerd. Dat gezicht met dat ragfijne sluike zilvergrijze haar en de paarlen oorknoppen. Met de brede zinnelijke mond. Met de zachte gelaatstrekken, de volle ronde wangen. Met de grote donkere ogen en de robuuste wenkbrauwen. Het gezicht van kinderlijke nieuwsgierigheid en openhartigheid. Het gezicht van bescheidenheid. Ja, misschien zelfs verlegenheid. Het gezicht van begrijpen zonder te weten. Een gezicht waar liefde en lijden om de voorrang strijden. Het gezicht van de gedroomde oma.

En ineens begrijp ik het. Als Boeddha een vrouw was geweest, dan had ze het gezicht van Hella.

Vanavond wordt de Boekenweek ritueel geopend met het Boekenbal in de Stadsschouwburg van Amsterdam. Voor mij startte De Week gisteravond al met de uitzending van ‘Hier is…Adriaan van Dis’, een programma dat me eerder in mijn leven maandelijks gijzelde. Ook gisteren zat ik gekluisterd aan de buis.

Schrijvers maken overigens graag gebruik van hun neus om hun verhaal te vertellen. Soms staat geur en zelfs parfum centraal. Wie kent niet Het Parfum van Patrick Süskind, een van de weinige boeken die ik tweemaal gelezen heb. Gisteren vertelde Maarten Biesheuvel aan Van Dis dat hij sommige boeken wel 10, 20 of zelfs 40 maal heeft gelezen. Zijn indringende voordracht even later van zijn eigen ‘Vader’ was het hoogtepunt van de uitzending. Hoe graag hoor ik díe opnieuw, en nog een keer, en nogmaals…

Terug naar het boek en de geur. OPROEP: deel je lievelingsboek, schrijver of gedicht over parfum of geur met mij en de lezers van deze blog. Bij een rijke oogst zal ik een aparte pagina op deze site aanmaken met de titels. Het Parfum is al genoemd; ik geef er nog een weg, een recente ontdekking: Geuren van Philippe Claudel. Lezen!