Ik heb een haat-liefde verhouding met onze Franse zuiderburen, altijd al gehad. Een volk dat doet of het als enige iets van esthetiek begrijpt, de rest van de wereld doet mee voor de poedelprijs. Of het nu om mode, wijn, gastronomie of de parfumerie gaat, ze menen op al deze terreinen als enige toegang te hebben tot de heilige geometrie die leidt tot onomstreden schoonheid. En dat zet kwaad bloed.
Opmerkelijk dat ditzelfde op schoonheid beluste volk het riekende niet schuwt. Sterker nog, ze houden van alles wat stinkt. ‘Wat stinkt?’ hoor ik je uitroepen? Ja, wat stinkt. En het zit diep. Toen Napoleon van een van zijn veldslagen naar zijn Josephine terugkeerde, stuurde hij een verkenner vooruit met het bericht dat ze zich vooral niet mocht wassen. Nu jij weer.
Of neem hun kazen, bijvoorbeeld Munster, een roodschimmel die ruikt naar zweetvoeten, langdurig beslapen lakens en ammoniak. Waarom zou je dat in hemelsnaam in je mond willen stoppen? Om maar te zwijgen van de kleverige laag die alleen met sinaasappelsap, zure witte wijn of een schraper van je tong is te verwijderen. Zit je op de bank met je liefje en hebt zin in een dansje, stuit je op een onneembare vesting van opgewarmde kaasbacteriën. Bahhhhhh. En dan zijn er ook nog mensen die er een slokje rode wijn overgieten. Pure zelfkastijding.
Ik heb trouwens ook die tijden gekend. De eerste helft van mijn leven was ik dol op kaas. Nee Tee, eerlijk zijn: je was verslaafd aan kaas. En de hele ‘vieze’, zoals Epoisses had ik het liefst. Rondje uit de korst van de kaas snijden, het dekseltje lichten, een lepel glibberige lichtgele pasta eruit scheppen en dan met het puntje van mijn tong een klein mopje eraf likken. Te ranzig voor woorden. En genieten dat ik deed.
Die tijd ligt achter me.
Maar de geur van kaas is een ander verhaal. Hoewel ik zo nu en dan huiver en geschokt mijn neus afwend, ben ik gefascineerd door haar aroma’s. Wist je dat er hele boeken zijn volgeschreven met kaasvocabulaire? Van fruitig tot notig, zurig, kruidig, houtig, bloemig, dierlijk, urine-achtig, zilt, zout en peperig, om maar eens wat termen te noemen.
Hoe groot de verrassing toen deze week aroma’s van kaas mijn neus binnendreven bij het besnuffelen van één van de parfums uit de Oud Stars collectie van het Italiaanse tophuis Xerjoff. Een reeks zeer erotische parfums door overdadig gebruik van dierlijke en aardse aroma’s. De namen van de parfums refereren aan de steden die Ibn Battuta, bekend als de Marco Polo van de Arabische wereld, tijdens zijn reizen bezocht. Xerjoff lonkt met deze reeks zonder gêne naar de Arabische markt en fleemt zacht: from Italy with love.
♡ ★★★★★ ZAFAR van Xerjoff, Oud Stars collectie
♪♪ ∫∫ ♀♂ €€€⎢woods⎢Bij Mignonne, Parfumerie Louise en ESSIE Darling
Opent zeer onalledaags met een krachtig, zoet weeïg en zeer dierlijk akkoord dat doet denken aan, tsja, inlegkruisjes. Gebruikte dan wel. Ook iets bloemigs, stoffigs en kazigs. Even schud ik in ongeloof mijn hoofd om vervolgens geïntrigeerd een tweede snuif te nemen. Mijn hele systeem bevindt zich nu in opperste staat van alertheid. Gloeiende neusvleugels. Mocht er ooit een man of vrouw met deze geur voorbijkomen, dan krijg ik ongetwijfeld visioenen van woeste seks met een kinky randje.
Hier zijn mensen met lef aan het werk, dat is duidelijk.
Aroma’s van zurige chutney en peper volgen en ook wierook en vetiver nemen deel. Na een minuut of 10 neemt het overweldigende dierlijke karakter af, krijgen de houtige aroma’s meer ruimte en komt het parfum wat tot rust.
Al snel volgt een nieuwe golf dierlijkheid, wat zeg ik, een tsunami. Wow. Dit is grensverleggend. Na een minuut of twintig piept er iets donkers en scherps door het parfum dat zich ook weer razendsnel terugtrekt. De geur van geïmpregneerde treinbielzen. Opnieuw rust en tijd om op adem te komen. Deze dans gaat uren door, jaja, dit parfum heeft uithoudingsvermogen.
Wie hier niet warm voor loopt, is niet meer te redden. Napoleon zou er dol op zijn geweest. Maar deze slag is voor Italië.
Xerjoff noemt zelf: roos, zwarte peper, neroli, witte bloemen, 15 jaar oude Laos oud, cederhout, vetiver, musk, wierook uit Oman.
Ik ben dol op dierlijke karakters in parfum. Een donker randje, iets vuils, heerlijk. En jij? Hou jij ervan? Laat het mij en de lezers van deze blog weten door te reageren op dit artikel.
Het heeft mij altijd verbaasd dat geuren al dan niet gewaardeerd worden, afhankelijk van hun context. Waarom is sterke kaas lekker en precies dezelfde geur in zweetsokken niet? Ik kan daar lang over peinzen maar ik kom er niet uit. Mijn grootvader at de stinkkaas pas als er maden uitkropen; nu heet die kaas “Limburger” en de versie van mijn grootvader bestaat allang niet meer. Erg lekker, die kaas, maar dezelfde geur in een parfum?! Nu mag een parfum best een ”viezig” randje hebben, het hoeft niet Amerikaans clean te zijn. Ik was dol op Sonia Rykiël ”7e Sens” omdat het een beetje rook naar ongewassen haar. Maar of het een goed idee is als ”vies” het dominante aspect van een parfum is?
Dag Anna,
wat een prachtige anekdote over je grootvader, een doorkijkje in voorbije tijden. Heb jij trouwens nog die ‘maden’-kaas gegeten?
Interessante vraag die je en passant opwerpt: ‘hoe komt het dat geuren gewaardeerd worden afhankelijk van hun context?’. Waarom is knoflook heerlijk in het eten, maar wil je de geur zo snel mogelijk het huis uit hebben nadat de dis is genuttigd? Waarom zijn mensen afkerig van de geur van kattenpis terwijl Sauvignon Blanc uit Nieuw-Zeeland hier onmiskenbaar naar ruikt en door hele volksstammen in grote hoeveelheden wordt gedronken. Een oude Chenin Blanc uit de Loire ruikt naar geit. De voorbeelden zijn eindeloos. Ik heb net zomin een antwoord als jij, interessant voor een onderzoek. Eens googlen, wie weet wat er opduikt.
Dat appreciatie van aroma’s cultuurafhankelijk is, moge duidelijk zijn; maar dat verklaart nog niet waarom het ook nog afhankelijk is van tijd en plaats.
Misschien heb je de Amerikaanse Grey trilogy gelezen: de mannelijke hoofdpersoon ruikt fris, naar schone was en zijn seksuele soulmate vindt dit zeer aantrekkelijk. Kan er een groter contrast denkbaar zijn met de prikkelende geuren uit deze Oud Star collectie?
Zoals gezegd, ik hou van een randje, maar ook hier geldt: it’s a balancing act.
Mijn maag draait zich om als ik over die kazen lees, die foto doet er nog een schepje boven op (een kaasje als een etterende wond …) en dan komt Anna nog met de maden van haar opa, brrr. En toch, ik weet dat als het lukt mijn walging te onderdrukken zo’n kaas best lekker kan smaken. Gek is dat, dat mijn neus me iets anders kan vertellen dan mijn tong.
Een geur die de zwarte panter in mij wakker kust is Bandit. Musc Ravageur doet mij altijd denken aan de kat van de buren die zich koestert in het zonnetje, het liefst boven op het warme dak van een auto. Hij strekt zich dan helemaal uit, draait om zijn lengte-as, pootjes nog effe in de lucht en dan rolt ie zich op in zo’n genoegelijk kop-aan-kont-krulletje. Twee katachtigen dus, maar met heel verschillende karakters: de een alert, krachtig en opwindend, de ander warm, sensueel en bevredigend.
Dank je wel Annemarie, voor je reactie.
Ja, ’t is griezelen die kazen!
Een wonderlijk fenomeen inderdaad, dat je kunt genieten van een kaas met een enorm penetrante geur. Extra bijzonder omdat mensen tweemaal ruiken: via de neus van buiten naar binnen, en via de mond de neus is.
Een grote favoriet van me Musc Ravageur; een parfum dat je dan wellicht ook aanspreekt is Musc van Mona di Orio.
En Bandit is ronduit gevaarlijk… 😉 .
Hai Tanja… zit nu lichtelijk misselijk achter mijn toetsenbord. Amai, jij weet de woorden wel te vinden he?? Toen ik op gegeven moment las over “geïmpregneerde treinbielzen” kreeg ik daar een beeld bij wat je waarschijnljjk niet zo bedoeld had maar door het voorafgaande niet te vermijden was.. ik zeg niets meer.. Tja, an sich hou ik wel van iets donkers en schmutzigs in mijn parfum, met de uitzondering van civet — hoewel in kleine doseringen begin ik het te waarderen. Zo vind ik ondanks alle verhalen Dioressence nog steeds iets heel lichamelijks hebben wat ik te gek vind, en de zoete versie van Bandit vind ik iets waanzinnig dierlijks hebben waar ik uitgelaten van moet lachen… rare reactie wellicht maar kan er niets aan doen! Alleen, hoe ik ook van pittife Franse kaasjes hou, om er nu zelf naar de ruiken?? Moâh, toch iets minder… cheers, Wendy
PS is het niet op Sicilie waar ze nog steeds kaas met maden erin maken? Alleen de echte mannen daar schijnen het zonder kokhalzen weg te krijgen (sans maden, dat dan weer wel)…
Hee Wendy,
sorry 😉 !
Met jouw verbeeldingskracht is ook niets mis, nee daar doelde ik inderdaad niet op met geïmpregneerde treinbielzen, maar ik snap jouw assoiatie. Met geïmpregneerde treinbielzen doel ik op een scherp, pittig, zwart en rokerig aroma (iets wat lijkt op het aroma van beits).
Haal deze week mijn vintage Dioressence tevoorschijn om nogmaals te besnuffelen met jouw ervaring in gedachten. En Bandit bracht Annemarie ook al naar voren (nogmaals dank dat je me enige tijd geleden de verschillende versies hebt laten ruiken), mooi effect dat lachen!
PS tradities zijn er om in ere te houden, maar aan mijn avontuurlijk natuur zit een grens. Ik laat even passeren…
Ja, het is even griezelen, maar daar kom je overheen. Die kaas had een onvergetelijk aroma. En die maden? ach, vergelijk het met oesters. Die maden trof een barmhartiger lot dan het vee in de bio-industrie, of de civet (die nu gelukkig meestal synthetisch is). Maar laten we er verder niet op ingaan. Verhelderend: ruiken wat er vanuit buiten binnen komt, en wat er vanuit mond en keel in de neus komt. Een goeie van jou, Tanja!
You’re welcome, Anna!