Inktvisbekjes en ambergris

Terwijl Johannes de Bultrug zijn zwanezang zingt en Nederland een brok in de keel wegslikt, ligt verderop een potvis in het zand. Het imposante dier trekt geen enkele aandacht. Het ligt daar moederziel alleen, terwijl de camera’s bronstig snorren voor Johannes die later een Johanna blijkt te zijn.

Met de kennis van nu zou de potvis een volksverhuizing teweeg hebben gebracht. Zouden er op het strand dranghekken zijn geplaatst om de mensenmenigte te leiden. Zouden ME busjes met schiettuig en satellieten klaarstaan om snoodaards met lelijke plannen te weren. Of om gretige moleculenmagiërs te ontmoedigen die zich voor de rest van hun leven willen verzekeren van de olfactorische heilige graal.

Het loopt allemaal anders. Na het heengaan van Johanna valt opeens het oog op de tienduizenden kilo’s van dat andere zoogdier. Goh, jij ook hier? Hij wordt op een kar getakeld en naar Ecomare gebracht, een onderzoeksinstituut en zeepretpark op Texel. De mensen daar hebben geen idee wat hen te wachten staat.

Aan de slag ermee!

Na uren snijden in de mannelijke zeereus liggen vijf enorme stenen van samen 84 kilo op tafel. Gevonden in de endeldarm van het arme dier. Ik probeer me een voorstelling te maken van de ellende die ze hem bezorgd hebben. Een toch wel zeer onfortuinlijke obstipatie. Nooit geweten dat je daaraan kunt bezwijken.

Maar stel je eens even voor. Deze koning onder de walvissen pendelt jaarlijks van evenaar naar noordelijke gronden, hapt dagelijks 3% van zijn lichaamsgewicht aan reuzeninktvissen weg en heeft de grootste hersenen in het dierenrijk. En zwevend, zinkend en stijgend in de koele wateren groeit in de buik van 1 op de 100 dieren het goud van de parfumindustrie: een klomp inktvisbekjes omgeven door een cholesterolachtige stof.

Niet lang geleden schonk een gulle gever mij een stukje ambergris. Een lichtbruin klompje kristallen dat mijlenver afstaat van de grijze gommie-achtige substantie die deze week op de televisie werd getoond. Het één vers, het ander misschien wel honderden jaren oud, gelouterd door zeewater, zon en tijd. Het geurt goddelijk. Zacht, zoet, warm en stralend.

Volgende week meer over ambergris en de toepassing in parfum. Wist je trouwens dat er ook wel eens mee wordt gekookt? Maar dat is weer een heel ander verhaal…