De geur van hond en ander ongerief…

Saartje. Zo heet de hond van een van mijn beste vriendinnen. Een chocoladebruine Labrador, uitgerust met hunkerende hondenogen en een staart die nooit tot rust lijkt te komen. Saartje heeft een onbedwingbare lust tot knuffelen. Een onuitputtelijke behoefte aan fysiek contact. Spontaan komt ze op een drafje naar me toe lopen. Haar achterwerk deint op en neer door haar zwaaiende staart. Met haar liefste blik in haar ogen vraagt ze: ‘Aai me, please. Aai me.’.

Het vervolg van het verhaal kent een ijzeren verloop. Ik deins achteruit, gooi mijn armen in de lucht om te voorkomen dat ze in haar enthousiasme mijn vingers aflikt en roep ‘Nee Saartje, even niet’. Want, tsja, ik ben niet zo van de honden.

De geur van hond. Hij staat hoog in mijn ranglijst van te vermijden aroma’s. In goed gezelschap van karnemelk en nat katvoer.

Cruciaal in deze ontmoeting is het vermijden van die onweerstaanbare bruine hondenogen. Want oh wee, als ik in die smachtende ogen kijk, dan ben ik verloren. Tegen zoveel hondenhunkering is mijn hart niet bestand. En ja hoor, daar ga ik, 1-0 voor Saartje.

Mijn neus vertelt me, ‘niet doen’. Roept, ‘niet doen, alsjeblieft’. Maar mijn hand lijkt los van mijn neus te functioneren en is allang op weg om haar een liefdevolle knuffelbeurt te geven. Te kroelen door die vettige hondenvacht. Achter haar oren, boven op haar ronde kop, knijpend in haar halskwabben. Ze vindt alles heerlijk. Ze knort en snurkt van verrukking.

Op het moment dat ik denk ‘en nou is het mooi geweest, ik ga mijn handen wassen’, duwt ze met haar natte snuit tegen mijn been en kijkt me vragend aan. Meestal duurt dit ritueel een minuut of dertig tot ik de geur van hond, die dikke, weeïge, vettige en dierlijke geur niet langer kan verdragen. Dan zeg ik ‘Saartje, het is mooi geweest, ga maar naar het vrouwtje’. En loop op een drafje naar de gootsteen om uitgebreid mijn handen, polsen en onderarmen te schrobben.

Gelukkig is de geur van hond eenvoudig met water en zeep te verwijderen.

Sommige parfums bieden meer weerstand. Ooit heb ik een behoorlijk robbertje gevochten met Eau de Sisley van Sisley. En met 1000 van Patou. Met Safari van Ralph Lauren. Classique van Jean Paul Gaultier. En tientallen andere geuren. Schrobben met water en zeep lost letterlijk niets op. Shampoo? Biedt ook geen uitkomst. Afwasmiddel? Vergeet het maar. Bodylotion? Jammer, maar helaas.

Integendeel, het lijkt de zaak alleen maar te verergeren. Na deze behandeling klampt een uitgebeend parfum, schraal, hard en scherp, zich vast aan de huid. Een nachtje erover slapen helpt niet. ’s Ochtends sta je er gewoon weer mee op. Wat nu?

Het antwoord is: olie. Lichaamsolie, olijfolie, zonnenbloemolie, of desnoods pindakaas (in het uiterste geval). Masseer de onwelriekende plek in met de olie en verwijder het met shampoo. Succes verzekerd. Mijn beste test was Estee Super van Estee Lauder. Pure horror. Maar zelfs zij moest loslaten.