Jaren geleden bevond ik me in de zilvermijnen van Potosi, Bolivia. Een onbarmhartige plek waar sinds de zestiende eeuw miljoenen mannen het leven hebben gelaten bij het delven van kostbare bodemschatten.
Het bezoek aan Potosi, de hoogstgelegen stad ter de wereld waar 145.000 mensen boven de 4000 meter wonen, was onderdeel van een uitputtende reis. Wonderschone, angstaanjagende en ronduit gevaarlijke momenten wisselden elkaar gedurende vijf weken in rap tempo af. Drie zijn me het meest bijgebleven.
De vierdaagse voettocht in het Andesgebergte over eeuwenoude paden waar een hoogteverschil van circa 3000 meter moest worden overbrugd.
De cocaboer, blank en zo weggelopen van de set van een maffiafilm, compleet met slangenleren cowboylaarzen, opzichtige gouden sieraden en grijs sluik matje in de nek.
En de verstikkende en helse atmosfeer in de zilvermijnen van Potosi. Je kon er op eigen risico in, maar als ik vantevoren had geweten wat een bezoek aan de zilvermijnen zou betekenen, dan had ik er niet over gepiekerd om er ook maar één stap binnen te zetten.
Diep onder de grond werken dagelijks 300 vrouwen en 5000 mannen in erbarmelijke omstandigheden. Het is er heet, donker en stoffig. Het lawaai van het bikken en de langsrazende mijnkarretjes is oorverdovend. Er is nauwelijks zuurstof en je ruikt enkel zwart stof, metaal en zweet. De temperatuur in de mijn is zo’n 35 graden en loopt verder op naarmate je afdaalt. Er wordt in een enorm tempo gehakt. Iedere mijnwerker heeft een bobbel van cocabladeren in zijn wang. Want coca maakt het leven in de mijnen draaglijk. Zo hier en daar is er een altaartje waar Diablo, god van de onderwereld, wordt geëerd. Er wordt gebeden en gerouwd op deze plaatsen.
Buiten de mijn wordt yerba mate gedronken, een kruidenthee die verschillende heilzame effecten wordt toegedicht. Goed voor de spijsvertering, vitaliserend en rustgevend. De geur en smaak van cocabladeren en de yerba mate liggen dicht bij elkaar. Misschien was het ook wel gewoon cocathee. Wie weet?
De wereld van de zilvermijnen lijkt ver weg met Yerbamate van Lorenzo Villoresi. En toch brengt dit parfum me terug naar de indrukwekkende ervaringen van 15 jaar geleden. De geur van de mate is hiervoor verantwoordelijk. Villoresi, die in 2006 de Prix Coty ontving, een van de belangrijkste prijzen in de parfumwereld, toont met Yerbamate dat hij de gaven van een magiër bezit.
YERBAMATE van Lorenzo Villoresi (2001)
♡ ☆ ♪♪ ∫∫ ♀♂⎢woods⎢o.a. verkrijgbaar bij Annindriya en Celeste Parfums
Zeer karaktervol en ongewoon parfum. Met niets te vergelijken. Opent intens groen, met een wonderlijke bite. Iets samentrekkends. Bitter. Ongetwijfeld de mate, als je het één keer geroken hebt dan vergeet je het nooit meer. Beetje minty en bloemig. Iets koels en verfrissends, wellicht afkomstig van de lavendel die genoemd wordt als ingrediënt. Geurig. Kruidig. Warm. Goudgele tabak. Iets ruls, sommige mensen zullen het als ‘poederig’ omschrijven. Zweempje zoet, voor net dat beetje comfort. Perfecte balans. Het parfum is van begin tot eind subliem, maar de opening is verslavend lekker. Ik wil het steeds opnieuw ruiken en hou het niet droog. Stunning.