Ontrouw

Nergens wordt zo naar hartelust geflirt als in de parfumwereld. Zonder enige terughoudendheid wordt er gesnuffeld aan polsen, handruggen, onderarmen en bovenarmen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Soms raakt de neus zelfs even de huid. Dan stokt de adem en trekt een lichte siddering door het welgeurende landschap.

De ene besnuffelde slaat bevallig haar ogen op en kijkt je onbevangen aan. De andere hangt Hare Majesteit de ongenaakbare uit. Een volgende is verlegen, maar laat zich na wat aanmoediging toch uit de tent lokken. Sommigen maken er weinig woorden aan vuil en manen: ‘neem me, toe’.

Neus laat zich makkelijk verleiden door alles wat maar interessant is. Of het nu weelderige bloemenmeisjes zijn, ruwe bolsters met blanke pit, koninklijke brouwsels uit verre landen of stoere leerjongens: als er iets voorbij komt zweven dat onbekend is, staat Neus trappelend van ongeduld vooraan.

De opgewonden kreten zijn in deze grenzeloze speeltuin dan ook niet van de lucht. Zo nu en dan wordt een hoofd in afgrijzen afgewend, een neus opgetrokken of een mond zuinig samengeknepen. Er is afwijzing, adoratie en liefde op het eerste gezicht. Soms vinden tweelingzielen elkaar na een lange reis.

In deze zinnenprikkelende wereld is ontrouw aan de orde van de dag. En ook Neus bezondigt zich hieraan. Wat gisteren haar grote liefde is, laat haar vandaag onberoerd. Wat haar eerder in verrukking bracht, doet haar nu onverschillig de schouders ophalen.

Sinds deze week heeft een stuwende onrust van haar bezit genomen. Ze is grillig, lustig en hongert naar avontuur. Haar trouwe reisgenoten van de winter verraadt ze en worden verbannen naar de kelder. Ik onderga haar vileine streken in ongeloof en neem weemoedig afscheid van mijn geurige wintervrienden.

‘Trek het je niet persoonlijk aan Fars, Black Aoud, Cuir Fétiche, Equistrius en L’eau d’Hiver. Neus kan het niet helpen, het is haar natuur’, prevel ik gegeneerd.

Nu Neus de lente heeft opgesnoven is er geen houden meer aan. Ze hunkert naar bloemen en gras, naar sappige stengels en de geur van zojuist gekapt hout.

Kom maar mee Neus, we gaan buiten spelen.

Hoe gevoelig is jouw neus voor de seizoenen? Grijp jij ook bij de eerste lentestralen naar andere parfums? Vertel!

Dove neus

Niets. Helemaal níets! Opnieuw duw ik mijn neus tegen de vettige schil van een donkergele citroen. Maar nee hoor, geen enkel molecule van het opwekkende aroma weet zich door mijn ontstoken neusslijmvlies heen te wurmen. Teleurgesteld leg ik de vrucht die me opmontert en me doet hunkeren naar zomerse tijden terug in de mand. Ik breek een stukje af van een forse gemberwortel en hou de sappige binnenkant onder mijn linkerneusgat dat nog het minst ontstoken is. Niente. Een pot vol zwarte peperkorrels, nada. Fors geschut dan, knoflook. Aha, ruik ik daar iets van knoflook?

Nu mijn ingebouwde brandmelder buiten werking is, komt mijn ochtendboterham al dagen geblakerd uit de rooster. Als mijn oren het geluid van knappend brood opvangen en mijn ogen de blauwgrijze walm uit de rooster omhoog zien komen is het leed al geschied. Bijna 20 seconden later dringt er iets van de geur van verbrand brood tot me door.

Het is nu de tiende dag van een forse verkoudheid. Opgelopen in het open badkamerraam van waaruit ik op nieuwjaarsnacht het vuurwerk bewonderde. En ditmaal niet zo’n geruisloze verkoudheid waar zo nu en dan discreet in een zakdoekje gesnoten wordt. Nee nee, zo eentje waar de mensen van Tempo extatisch van worden. En die mijn medemens de vingers in de oren doet stoppen, getergd door het voortdurende gesnotter, gerochel en gesnif waarmee ik me omgeef. Sorry mensen.

Zouden parfumeurs als Bertrand Duchaufour en Mathilde Laurent trouwens hun neus verzekerd hebben, net zoals muzikanten als Murray Perahia en Janine Jansen hun handen?

Mijn hart gaat uit naar al die arme, arme mensen die getroffen zijn door anosmie: een gebrek aan reukzin. Ik vang deze dagen een glimp op van hun geurloze bestaan. Alsof een dikke laag watten alle indrukken dempt die de wereld op me loslaat. Neus ik mis je!

Maar Neus geeft niet thuis. Out of office voor onbepaalde tijd. ‘t Is wat…