Jardins de Bagatelle, de magische jaren tachtig

Nieuwsgierig duw ik de witgelakte houten deur van het winkeltje open. Een klein bronzen belletje kondigt mijn komst aan. Achterin de ruimte hoor ik een stoel kraken, gevolgd door het geluid van voeten die op luchtkussentjes mijn kant opdrijven.

Zodra ik de deur achter me sluit, waan ik me op een andere planeet. De hectiek van een van de drukste winkelpleinen in mijn geboortestad heeft het nakijken in dit serene universum. Alles is hier wit, de vloeren, de wanden, de tafel met de kassa, de etalage. En in die witte ruimte zweven kleurige vlakken van mohair, alpaca, de fijnste angora en scheerwol uit Nieuw-Zeeland.

Wat tot dan toe onderdeel was van een nederig bestaan, het breien van sokken, truien, sjaals en mutsjes, behoort hier tot de wereld van luxe en Parijse chic. De namen Lanvin, Balenciaga en Jaeger dansen voor mijn ogen.

Een rijzige vrouw met een excentrieke uitstraling begroet me met een zachte en beschaafde stem. Haar bloedrode lippen zijn een baken in haar bleke gezicht en haar lichtgrijze ogen kijken me vriendelijk aan. Haar subtiele bloemenparfum kan haar weeïge lichaamsgeur niet helemaal camoufleren.

Om haar vormloze lichaam is een gewaad met de kleur van rauw aardappelvlees gedrapeerd. Haar teennagels zijn gelakt in dezelfde sjieke bloedrode kleur als haar lippen. Het enige wat detoneert in deze tempel van luxe en goede smaak zijn haar gezondheidssandalen. Het motto ‘Wie mooi wil zijn moet pijn lijden’ lapt ze aan haar laars. Gelijk heeft ze.

‘Kan ik je helpen?’, hoor ik haar met een iets geaffecteerde tongval vragen. Zeker.

Na een uur sta ik opgetogen met 9 bollen zijdezachte lichtroze, hardroze, frambozenrode en dieppaarse wol, verpakt in wit vloeipapier, weer buiten.

Een paar maanden en verschillende zelfontworpen en gebreide truien later vraagt ze me haar zaterdaghulp te worden. Ze kan me geen groter plezier doen.

Dit alles speelde zich 30 jaar geleden op het Koningsplein in Nijmegen af. Een ex-verpleegkundige die het zat was pispotten te legen en drains aan te leggen, koos overtuigd voor schoonheid, zachtheid en luxe en begon met haar 76-jarige moeder een winkel in wufte garens.

Helaas, het zaakje bestaat al jaren niet meer. Maar de herinnering aan die bijzondere tijd is springlevend. Dankzij Jardins de Bagatelle, het parfum dat ik kocht van mijn op zaterdag verdiende centjes.

★★★★☆ JARDINS DE BAGATELLE (1983, vintage Eau de Toilette) van Guerlain
♪♪ ∫∫∫ ♀ € ⎢floral⎢verkrijgbaar bij de gespecialiseerde parfumerie
Was dat wandelingetje in het begin van de tachtiger jaren van Jean-Paul Guerlain, de parfumeur, door de Jardins de Bagatelle in Parijs nou wel zo idyllisch? Oké, het parfum staat bol van de bloemen, iets wat we graag met romantiek associëren, maar het opent scherp als een zojuist geslepen mes. Het zuur en het metaal is op zijn zachts gezegd assertief aanwezig in de eerste paar minuten. Niet bepaald voor de faint hearted.

Eerst het mes, dan de bloemen. Guerlain heeft met zijn snoeimes een immens boeket bij elkaar gesneden. Tijdens zijn wandeling door de tuinen is geen bloem veilig voor zijn vaardige handen. Rozen, jasmijn, magnolia, gardenia, tuberoos, viooltjes, lelietjes van dalen. Een imposant geheel, kunstig bij elkaar gestoken en strak bijeen gebonden met een metalen draad.

De strenge kern van het parfum doet denken aan het strakke lijnenspel van buxushagen en wandelpaden in de tuinen van Bagatelle. Het toomt de bloemenweelde in, geeft vorm en bakent af. Ook het knisperende grind onder je voeten vind ik in het parfum terug.

Na ruim zes uur wordt het parfum zachter en iets ronder. Aardse tonen komen boven en de tuberoos maakt zich los uit de bloemenzee.

De compositie is groots, maar niet speels. Er mag gelachten worden in de tuin, maar niet te hard. Honden zijn niet toegestaan. En kinderen het liefst aangelijnd. Want Jean-Paul neemt zijn taak uiterst serieus.

Een geur brengt me regelrecht terug in de tijd. Het geeft toegang tot beelden, gevoelens en zintuiglijke ervaringen die in een hoekje van mijn geest zijn opgeborgen. Niet vreemd als je weet dat het geurgeheugen onderdeel is van het limbische systeem, het oudste deel van de hersenen waar ook emoties en andere herinneringen opgeslagen worden. Welk parfum laat jou in de tijd reizen?

Joy, ‘double it Henri, double it’

Een jaar na de beurscrash van 1929 introduceerde mode-ontwerper Jean Patou het naar zijn zeggen duurste parfum ter wereld. Joy werd gecreëerd als relatiegeschenk voor zijn veelal Amerikaanse clientèle die dol was op zijn grensverleggende sportieve ontwerpen. Het heeft Patou geen windeieren gelegd.

Die Patou was trouwens een fenomeen. Na zelf de loopgraven van de eerste wereldoorlog te hebben overleefd, begaf hij zich de rest van zijn leven in de wereld van de glitter en glamour en werd een van de bekendste societyfiguren van zijn tijd. Het verhaal gaat dat hij tijdens zijn vakantie in Biaritz twee Hispano Suiza’s tot zijn beschikking had: een witte met een donkere chauffeur voor zonnig weer en een donkere met een blanke chauffeur voor regenachtig weer. Dat is nog eens wat anders dan een Chiwawa als accessoire.

Wat maakte Joy nu zo duur? Was het enkel een briljante quote van de bedenker Elsa Maxwell, of stond het parfum inderdaad bol van de extreem kostbare ingrediënten?

Toen Patou vijfentachtig jaar geleden naar Grasse toog om zijn parfumdroom te laten verwezenlijken door Henri Alméras, liet hij er geen onduidelijkheid over bestaan. Het moest een subliem parfum zijn en pure luxe uitstralen. Toen Alméras hem het geursample voorlegde van de baby Joy gaf hij hem de opdracht de concentratie van het parfum te verdubbelen. ‘Double it Henri, double it’. ‘Maar monsieur, dat maakt het parfum onbetaalbaar…’. En daarmee gaf Alméras de aanzet tot één van de meest succesvolle slogans in de parfumwereld.

We zullen nooit met zekerheid weten of Patou de waarheid spak, maar de cijfers zijn indrukwekkend: 30 ml. pure parfum is goed voor 10.600 jasmijnbloemetjes en 28 dozijn rozen (deels Rose de Mai uit Grasse en deels Rosa Damascena uit Bulgarije). Gezien het feit dat het pure parfum al sinds enige tijd niet meer geproduceerd wordt, lijkt dit met terugwerkende kracht het verhaal van Patou te bevestigen. Zou je dit exquise parfum toch nog willen ruiken dan zit er niets anders op dan je geluk te beproeven op Ebay. Wat nog wel verkrijgbaar is zijn de Eau de Toilette en de Eau de Parfum, elk met een iets ander karakter.

★★★★☆ JOY Edt (1983) door Jean Kerléo voor Jean Patou
♪♪♪ ∫∫ ♀ €€⎢floral ⎢verkrijgbaar via internet en bij Robert Nederveen
Na alle geuren met kamfer en oud die de afgelopen weken enigszins mijn verkouden neus konden plezieren, bespeur ik deze week een dringende behoefte aan een intens bloemenparfum. Een blik in mijn doos bloemige parfums, doet me zonder enige terughoudendheid naar een klein vintage flesje van de Eau de Toilette versie van Joy grijpen.

Zeer krachtig bloemenbouquet van jasmijn en rozen. Klein zeepje op de achtergrond, iets poederigs en een pietsie groen. De geur straalt krachtig naar buiten uit, laat zichzelf zien, toont geen enkele reserve. Intens, maar niet log, verdicht of bedwelmend. Het duet van jasmijn en roos duurt uren, dan speelt jasmijn de eerste viool, dan weer de roos.

Joy doet denken aan de ingetogen chique sfeer die rond een grand old lady met ‘oud geld’ hangt. Het parfum is ultra-feminine met een zeer klassieke signatuur. Ik kan het bijzonder waarderen, maar vandaag de dag als parfumstijl waarschijnlijk net zo onhip als een rode Bordeaux.

Soms heb ik zin om me onder te dompelen in een bloemensymphony, en zo’n klassiek kunstwerkje als Joy is een geursensatie die ik iedere parfumliefhebber toewens. Hou jij van deze parfumstijl? En wat zijn jouw favoriete bloemenklassiekers? Vertel!

Incense Rosé: een postverbinding met de goden

Vroeger dacht men er de goden gunstig mee te kunnen stemmen. Of het noodlot mee af te wenden. Het verbranden van rookoffers was dan ook een belangrijke taak van priesters en priesteressen in voorbije tijden. Niet alleen verzorgden zij een geurige postverbinding met de goden, ook hadden ze een belangrijke geneeskundige taak in een tijd waarin onaangename geurtjes als bewijs van ziekte en bederf werden gezien.

Uit het vroegere Arabië, op zeker moment het grootste exportland van wierook met een eigen wierookvloot, zijn letterlijk scheepsladingen vol naar het Romeinse keizerrijk vertrokken. Het verhaal gaat dat Nero bij de ter aarde bestelling van zijn gemalin zoveel reukwerk verbrandde als Arabië in een heel jaar kon produceren. Wierook was in die tijd meer waard dan goud.

Overigens is wierook een containerbegrip voor plantaardig materiaal dat verbrand wordt met een spiritueel of geneeskrachtig doel. Grote gebieden met kruiden en bomen zijn in in de loop der tijden in rook opgegaan.

Vandaag de dag worden de rookoffers in het Westen voornamelijk nog gebruikt in de godshuizen en door heksenkringen, hedendaagse sjamanen en alternatievelingen. Vaak worden hiervoor reukwaren uit Azië gebruikt, waar verschillende kruiderijen door een pasta zijn gewerkt en om een stokje gevouwen. Of het zijn pakketjes bijeengebonden geneeskrachtige kruiden zoals salie en thijm. Dit heet allemaal wierook, maar is niet de wierook waarop wordt gedoeld in de edele kunst van de parfumerie en waar ze in het Romeinse Rijk bijvoorbeeld zo dol op waren.

Als in de parfumwereld het woord wierook opduikt, dan heeft dit betrekking op de hars van Boswellia bomen. Deze hars wordt gewonnen door het insnijden van de bast waarna de boom haar geurige tranen plengt. Na stoomdestillatie van deze hars ontstaat de essentiële olie die in parfum wordt gebruikt.

Het aroma is kruidig, rokerig, harsachtig en houtig, kan iets citrusachtigs of stoffigs hebben en heeft een droog en strak karakter. Denyse Beaulieu schrijft in haar boek The Perfume Lover dat bij gebruik van wierook in parfum een gentle hand vereist is. Een te grote dosis kan leiden tot aroma’s van slachthuis en rauw vlees. Brrrr. Overigens wordt wierook ook wel eens met het woord olibanum (grieks voor geurige hars) aangeduid en in de Engelstalige literatuur met frankincense.

★★★★☆ INCENSE ROSÉ (2008) van Andy Tauer
♪♪ ∫∫ ♀♂ €€ ⎢floral oriental ⎢Verkrijgbaar bij Dany Diop in Amsterdam
Kristalheldere compositie die gedomineerd wordt door een door Tauer subliem geconstrueerd rozenakkoord en wierook. Onweerstaanbare opening van sprankelend citrusfruit, kardemom en rozen. Als een briesje, luchtig en fijntjes. Dan een vreemde wending. Geen slachthuis hier, maar wel een zweem van zweet, of nee beter: van muf washandje. Niet heel prettig, maar ook niet iets om van weg te rennen. Geduld wordt beloond, na een paar minuten krijgt het sprankelende en vitaliserende rozenakkoord meer ruimte en worden ook aardse aroma’s waarneembaar. Iets rokerigs. Na de eerste 20 minuten heeft het parfum de belangrijkste ontwikkeling wel doorgemaakt. Presenteert zich daarna stabiel en solide op de huid.

Na uren hangt het onmiskenbare aroma van wierook nog steeds om me heen. Droog, strak en houtig. De fruitige en onwaarschijnlijk lichtvoetige roos wentelt zich er losjes en vrij om heen. Erg mooi. Voor speciale gelegenheden en liefhebbers van wierook. En voor mensen die zo nu en dan het woord willen richten tot god.

En wat vind jij goddelijke geuren? Behoort de geur van wierook daar ook toe? Ben jij iemand die graag het huis begeurt met wierook of essentiële oliën? Laat het mij en de lezers weten door te reageren op dit artikel.