Ontrouw

Nergens wordt zo naar hartelust geflirt als in de parfumwereld. Zonder enige terughoudendheid wordt er gesnuffeld aan polsen, handruggen, onderarmen en bovenarmen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Soms raakt de neus zelfs even de huid. Dan stokt de adem en trekt een lichte siddering door het welgeurende landschap.

De ene besnuffelde slaat bevallig haar ogen op en kijkt je onbevangen aan. De andere hangt Hare Majesteit de ongenaakbare uit. Een volgende is verlegen, maar laat zich na wat aanmoediging toch uit de tent lokken. Sommigen maken er weinig woorden aan vuil en manen: ‘neem me, toe’.

Neus laat zich makkelijk verleiden door alles wat maar interessant is. Of het nu weelderige bloemenmeisjes zijn, ruwe bolsters met blanke pit, koninklijke brouwsels uit verre landen of stoere leerjongens: als er iets voorbij komt zweven dat onbekend is, staat Neus trappelend van ongeduld vooraan.

De opgewonden kreten zijn in deze grenzeloze speeltuin dan ook niet van de lucht. Zo nu en dan wordt een hoofd in afgrijzen afgewend, een neus opgetrokken of een mond zuinig samengeknepen. Er is afwijzing, adoratie en liefde op het eerste gezicht. Soms vinden tweelingzielen elkaar na een lange reis.

In deze zinnenprikkelende wereld is ontrouw aan de orde van de dag. En ook Neus bezondigt zich hieraan. Wat gisteren haar grote liefde is, laat haar vandaag onberoerd. Wat haar eerder in verrukking bracht, doet haar nu onverschillig de schouders ophalen.

Sinds deze week heeft een stuwende onrust van haar bezit genomen. Ze is grillig, lustig en hongert naar avontuur. Haar trouwe reisgenoten van de winter verraadt ze en worden verbannen naar de kelder. Ik onderga haar vileine streken in ongeloof en neem weemoedig afscheid van mijn geurige wintervrienden.

‘Trek het je niet persoonlijk aan Fars, Black Aoud, Cuir Fétiche, Equistrius en L’eau d’Hiver. Neus kan het niet helpen, het is haar natuur’, prevel ik gegeneerd.

Nu Neus de lente heeft opgesnoven is er geen houden meer aan. Ze hunkert naar bloemen en gras, naar sappige stengels en de geur van zojuist gekapt hout.

Kom maar mee Neus, we gaan buiten spelen.

Hoe gevoelig is jouw neus voor de seizoenen? Grijp jij ook bij de eerste lentestralen naar andere parfums? Vertel!

In het oog van de orkaan

‘Zeer uitgesproken. Eigenzinnig. No mercy. Iemand die weet wat ie wil. Schuwt dierlijke aroma’s niet, net zo min als die van aarde en paddestoelen. Complex en verrassend. Intens maar niet zwaar. Totale opwinding. Wie maakt dit???? Knettergek.’

Dit is de letterlijke notitie, in lange halen slordig op de achterkant van een envelop geschreven, die ik een half jaar geleden maakte. Een kennis had me veertien parfums ‘blind’ toegestuurd. Maker onbekend, parfumhuis onbekend, parfum onbekend, prijs onbekend. Op de 14 spraytjes staan enkel codes, van A1 tot A7 en van B1 tot B7. Het enige dat de afzender onthult is dat serie A pure parfumolie is en serie B ‘Eau de Extrait’.

‘Laat me eens weten wat je ervan vindt’, was de vraag van de schenker. Nou graag, ik hou wel van dit soort geurige spelletjes.

Ik kies voor een quickscan, spray de geur op een strook, ruik, ruik nogmaals en ga door naar de volgende. Zo onderzoek ik de extraits B1, B2 en B3. Mijn hart beseft eerder dan Neus dat hier iets uitzonderlijks gaande is. Een plezierige kriebel net onder mijn borstbeen en een sneller slaan, verraadt haar oordeel. Neus volgt vlak daarna met een onrustige ademhaling en beveelt me snel door te gaan naar B4. ‘Kom op Tee, niet treuzelen, toe’. B4 volgt, B5, B6, B7…

Dit geurige bombardement duurt niet langer dan een minuut of twintig en laat me sprakeloos en overweldigd achter. De parfums zijn naast schitterend, ook verontrustend. Raken iets aan dat zelden wordt aangeraakt. Achter die gepolijste, ultra luxueuze eerste indruk schuilt iets donkers, iets grommends, iets wat ternauwernood in toom kan worden gehouden. Iets wat doet denken aan Sophia Loren, in de de zestiger jaren dansend op blote voeten op het strand van Civitavecchia. Aan Mimi in Bitter Moon van Roman Polanski, ook dansend, dampend en ongeremd, maar dan voor haar verlamde minnaar in een rolstoel.

Deze parfums sluiten een verbond tussen luxe en puurheid. Tussen beheersing en ongebreidelde wellust. Tussen uitzonderlijk vakmanschap en ongepolijste schoonheid. En ergens, ergens is er een midden, een ruggengraat. Een punt waar al die intense zintuiglijke ervaringen en emoties samenkomen, ze verbindt, er rust is. Als in het oog van de orkaan.

Inmiddels weet ik van wie deze parfums zijn. Van een man wiens sterftedatum wel bekend is, maar zijn geboortedatum angstvallig door zijn familie geheim wordt gehouden. Van een man die mid jaren zeventig door Andy Warhol is bestudeerd en op de foto is gezet. Van een man die Giovanni Versace tot zijn vriendenkring mocht rekenen.

Een man die in 1975 parfumhistorie schreef met zijn Musc. Bruno Acampora.

★★★★★ MUSC (1975) van Bruno Acampora
♪ ∫∫∫ ♀♂ €€⎢Eau de Parfum⎢Verkrijgbaar bij Aafkes
Paddestoelen, preciezer: shiitake en lila viooltjes die hun delicate bloemenhoofdjes nipt door de vochtige bosaarde drukken. Een van de meest bizarre openingsakkoorden, Zafar is een andere, die ik ooit heb geroken. Na enkele minuten is de intense geur van shiitake verdwenen om plaats te maken voor zeer droge en stoffige patchouli en de onmiskenbare toets van dierlijke musk: kruidig, intens dierlijk en met een licht weeïge zoetheid. Een vleug lavendel en iets abstract bloemigs verluchtigen al deze aardse en dierlijke aroma’s. Toefje sandelhout volgt.

Op zeker moment keert Musc in zichzelf en versmelt volledig met de huid. De grens tussen parfum en haar drager valt weg. Het parfum ìs de man of de vrouw, de man of de vrouw ìs het parfum. Net uit bed, met ogen waarin de dromen van de nacht staan opgetekend. Zacht, warm en onweerstaanbaar sexy.

Musk en Neus zijn zeker niet altijd vrienden. Het ene moment houdt ze ervan, het andere moment keert ze zich ervan af. Wist je trouwens dat in de parfumerie twee totaal verschillende musks worden gebruikt? En die qua karakter elkaars tegenpolen zijn? Het ene is een zepige synthetische variant en wordt ook wel ‘witte musk’ genoemd. Het andere is de oorspronkelijke dierlijke musk en geeft het parfum een vuil en (zeer) dierlijk randje. Deze dierlijke musk wordt trouwens nog maar zeer zelden gebruikt in parfum omdat de bijzondere hertensoort ‘Moschus’ inmiddels een beschermde diersoort is. Hoe reageert jouw neus op deze musks? Heeft een van beiden jouw voorkeur, of juist afkeer? Vertel!

1932, you can’t win them all…

Sycomore. Coromandel. Beige. 31 Rue Cambon. 28 La Pausa. Om maar eens enkele parfums van de hand van Jacques Polge voor Les Exclusifs van Chanel te noemen. Het is geen geheim dat Neus spontaan begint te kwispelen als er een geurwater uit deze reeks in de buurt is.

En nu is er dan ‘1932’. Geïnspireerd op de eerste collectie diamanten juwelen die Chanel in 1932 op de markt bracht. De kennismaking is overrompelend. Sterke opening met citrus, direct gevolgd door een weelderige irisnoot en vetiver. Wauw. Opwekkend en comfortabel tegelijkertijd. Neus dreigt in vervoering te raken, en ik met haar.

Mijn eerste impuls is: hebben! Gelukkig beheers ik me, ga een blokje om in Selfridges en geef zo het parfum de kans zich verder te ontwikkelen. Ik dwaal over de begane grond, neem de roltrap naar het souterrain met de thee van Mariage Frères en verbaas me over het uitzinnige aanbod in deze westerse kooptempel. Neus ligt ondertussen op mijn pols en wacht ongeduldig op wat komen gaat.

(…)

Er komt niet zoveel.

Sterker nog, na een minuut of vijftien is er niet veel over van die eerste overrompelende kennismaking. De luxe en bijzondere opening is verschrompeld tot een weinig verrassende geurige anekdote. De herkenbare vetiver en iris zijn op mijn pols verdwenen en hebben plaats gemaakt voor een stuivend bloemig en licht zepig akkoord. Is dit het? Echt? Of gooit misschien mijn huid roet in dit geurige eten?

Ook op de geurstrook is het parfum echter in zijn schulp gekropen. Traag sijpelt een gevoel van teleurstelling mijn gemoed binnen. De koop wordt uitgesteld, de honger is verdwenen.

Maar ‘1932’ beoordelen op een enkele waarneming doet geen recht aan het werk van de man die eerder zoveel moois heeft gemaakt. Deze nieuwe creatie van Jacques Polge verdient mijn onverdeelde aandacht en een tweede kans.

Take two
Opnieuw die schitterende opening, echt genieten. En wederom het teleurstellende vervolg van stuivende witte bloemen. Toefje fruit. Niets verrassends, geen enkele opwinding. Enkel een Aha-Erlebnis. Even flitst iets van Coco Mademoiselle en Chance voorbij. Een onprettig drukkend gevoel welt in mijn voorhoofd op. Na 6 uur blijft een wat dunne en zelfs synthetisch geur op de geurstrook achter.

Take three
Geen nieuwe ontdekkingen, ook vandaag niet. Gedesillusioneerd staar ik naar de geurstrook. ‘1932’ is onmiskenbaar Chanel en het is onmiskenbaar een Jacques Polge. Het parfum zit goed in elkaar en is degelijk gemaakt. Maar op de opening na, is het oersaai en mainstream. ‘1932’ is een pretty floral, zonder al teveel karakter en met een klassieke signatuur. Dat Chanel dit parfum in de eregallerij van Les Exclusifs plaatst kan enkel ingegeven zijn door zuiver commerciële motieven. Jammer.

★★★☆☆ 1932 Les Exclusifs (2013) van Chanel
♪♪ ∫∫ ♀ €€⎢soft floral ⎢vanaf vandaag verkrijgbaar bij de Chanel Boutique in Amsterdam

Iemand uit de parfumwereld vertelde me laatst dat de parfumindustrie vaak de meeste tijd, geld en aandacht stopt in de eerste 15 minuten van een parfum. Onder het motto ‘de eerste klap is een daalder waard’ wordt de consument verleid tot een aankoop. Heb jij weleens iets gekocht dat het eerste kwartier heerlijk rook, maar de verwachtingen niet waarmaakte? Vertel!

Selfridges of London

Al op Marylebone Highstreet zweven de helgele tasjes me tegemoet. Grote maten, kleine maten, bollend of met ingevallen wangen. Zonder uitzondering stapt de eigenaar ervan blij voort, opgetogen over de zojuist gedane aankoop.

Sinds dinsdag verblijf ik in de buurt van een waar Londens kooplusthof. Op een steenworp afstand van ons hotel.

Selfridges, wat kun je hier eigenlijk niet krijgen? Alle bekende en minder bekende luxemerken geven hier sinds 1909 acte de présence. Alleen al om het hele warenhuis door te lopen heb je uren nodig. Zonder ook maar een pashokje van binnen te zien, een laars uit te checken, een parfum te ruiken of een lipstick te proberen.

Ik ben trouwens helemaal niet dol op winkelen. Nooit geweest ook. Zodra ik me in een warenhuis of een koopgoot begeef krijg ik het benauwd en begint mijn hoofd te tollen. Dus als ik een mooie trui zie en hij is een beetje betaalbaar koop ik hem meteen in een andere kleur. ‘Zo dat is ook weer geregeld…’. Het enige waarvoor ik me graag de benen onder mijn lijf uitloop is parfum. En Selfridges is packed with the stuff. Dus muziek in mijn oren, muts en zonnebril op en go.

Mijn doorzettingsvermogen wordt duchtig op de proef gesteld door de sales representatives die bij een vleug oogcontact direct een koopslachtoffer van me willen maken. Met een glimlach en een ‘Just browsing, thank you’ sla ik de eerste aanvallen af. Een onverlaat waagt het een puf Gucci Guilty Black in mijn richting te sprayen. Een giftige blik gaat retour. Please….!

Wat gedesoriënteerd meer ik aan in de Dior-haven. Een beeldschone jonge vrouw met Slavische trekken (Svetlana lees ik later op haar naambordje) ontfermt zich vriendelijk doch doortastend over me. Ze zet me op een stoel en houdt me Grand Bal voor. Een elegante compositie van jasmijn, ylang ylang, neroli en musk drijft mijn neus binnen. Mijn hart reageert blij met een sprongetje, de lente is in aantocht, jawel!

Patchouli Impérial en Oud Ispahan volgen. Beide zijn heerlijk, ook hier die verfijnde en classy signatuur. Geen gekke start van dit snuffeltripje.

Door naar Chanel voor het nieuwe parfum uit de prestigieuze Les Exclusifs-serie, 1932. In Nederland pas volgende maand verkrijgbaar, maar misschien lanceren ze dit parfum wel eerder in Londen. Bingo! Tientallen flessen met een bleek geelgroene vloeistof lachen me toe.

Een puf op een geurstrook, beetje wapperen, beetje blazen. Neus bevindt zich in opperste staat van paraatheid. Langzaam snuif ik de geur op. Ik kijk de verkoper veelbetekenend aan en geef hem zonder iets te zeggen mijn rechterarm. Hij glimlacht tevreden en besprenkelt mijn huid. Ik ruik en schud lichtjes mijn hoofd. Jacques did it again.

De eerste kennismaking met 1932, een compositie rond iris, jasmijn en vetiver, is overrompelend. Ik ben benieuwd of het vervolg net zo indrukwekkend is. To be continued next week. 

Equistrius, een fabeldier

Was het een toevluchtsoord, dan was het een boudoir met dik tapijt en dieprode fluwelen gordijnen, het spaarzame licht van buiten teder ontvangend in haar zachte plooien.

Was het een dier, dan één ontsnapt uit dromenland. Uitgedost met melkwitte stralenkrans en stuivende vacht, geboren om te bewonderen, aan te raken en te liefkozen.

Was het een lied, dan was het een ballade, gezongen met omfloerste stem, vrouw noch man, over zuivere liefde en verbondenheid.

Was het een boek, dan was het een novelle, in afzondering met ganzeveer geschreven en  gebonden in het zachtste leer, de woorden kunstig aan elkaar geregen tot een onontkoombaar verhaal.

Was het een gerecht, dan was het eten en drinken tegelijk, iets om aan te sabbelen en in te bijten, om tenslotte gulzig te worden verorberd.

Was het een bloem, dan was het een echo, een zielebeeld, enkel voor de oplettende wandelaar zichtbaar in het veld.

Was het een parfum, dan was het Equistrius, een fabeldier geluidloos galopperend op de rand van de wereld.

★★★★☆ EQUISTRIUS (2007) van Parfum d’Empire
♪♪ ∫∫ ♀♂ € ⎢soft floral⎢o.a. verkrijgbaar bij ParfuMaria en Perfumelounge
Marc-Antoine Corticchiato is de grondlegger van Parfum d’Empire en Equistrius is zijn ode aan zijn geliefde renpaard. Hoezeer moet hij van dit dier gehouden hebben.

Ik ben nu al dagen met dit parfum in de weer en elke dag laat ze me iets anders zien.
Maandag word ik getroffen door het donkerroze fruit en de stuivende opening van het parfum. Ook is er een element dat ik associeer met drank, rode wijn wel te verstaan.

Dinsdag concentreer ik me op de iris, die dan weer in vol ornaat aanwezig is, dan weer een verlegen rol op de achtergrond speelt. De iris in Equistrius is er een met een expressie die ik graag zie: glad, olie-achtig en verdicht. À la Dior Homme. Na een uur of twee wordt ze wat koeler en lichter van structuur en neemt ze de kleur van violet aan. Even later is de iris weer sumptuous en verleidelijk.

De dynamiek van het parfum verrast me, is wervelend, de aroma’s cirkelen in een pulserende cadans om elkaar heen.

Woensdag wentel ik me in het comfi karakter van het parfum en dringt een hint van lichtbruine suède mijn neus binnen. En ruik ik daar iets van chocolade en paardenvacht? Deze tonen zijn echter zo subtiel dat ik me even afvraag of het geen zinsbegoocheling is.

Donderdag baal ik ervan dat het parfum op mijn huid zo zoet wordt en valt me het aroma van viooltjes op. En geniet ik verder van al het andere.

En vandaag? Vandaag zeg ik ronduit: mjum!

Iris is een zeer kostbaar parfumingrediënt. De wortel van de plant wordt gebruikt en niet de bloem. In Equistrius zijn maar liefst drie verschillende extracten van de Florentijnse iris verwerkt. Christopher Sheldrake, gelegenheidsparfumeur bij Chanel, vertelt in bijgaand filmpje over dit bijzondere produkt. 

Ik ben dol op iris en jij?

Jardins de Bagatelle, de magische jaren tachtig

Nieuwsgierig duw ik de witgelakte houten deur van het winkeltje open. Een klein bronzen belletje kondigt mijn komst aan. Achterin de ruimte hoor ik een stoel kraken, gevolgd door het geluid van voeten die op luchtkussentjes mijn kant opdrijven.

Zodra ik de deur achter me sluit, waan ik me op een andere planeet. De hectiek van een van de drukste winkelpleinen in mijn geboortestad heeft het nakijken in dit serene universum. Alles is hier wit, de vloeren, de wanden, de tafel met de kassa, de etalage. En in die witte ruimte zweven kleurige vlakken van mohair, alpaca, de fijnste angora en scheerwol uit Nieuw-Zeeland.

Wat tot dan toe onderdeel was van een nederig bestaan, het breien van sokken, truien, sjaals en mutsjes, behoort hier tot de wereld van luxe en Parijse chic. De namen Lanvin, Balenciaga en Jaeger dansen voor mijn ogen.

Een rijzige vrouw met een excentrieke uitstraling begroet me met een zachte en beschaafde stem. Haar bloedrode lippen zijn een baken in haar bleke gezicht en haar lichtgrijze ogen kijken me vriendelijk aan. Haar subtiele bloemenparfum kan haar weeïge lichaamsgeur niet helemaal camoufleren.

Om haar vormloze lichaam is een gewaad met de kleur van rauw aardappelvlees gedrapeerd. Haar teennagels zijn gelakt in dezelfde sjieke bloedrode kleur als haar lippen. Het enige wat detoneert in deze tempel van luxe en goede smaak zijn haar gezondheidssandalen. Het motto ‘Wie mooi wil zijn moet pijn lijden’ lapt ze aan haar laars. Gelijk heeft ze.

‘Kan ik je helpen?’, hoor ik haar met een iets geaffecteerde tongval vragen. Zeker.

Na een uur sta ik opgetogen met 9 bollen zijdezachte lichtroze, hardroze, frambozenrode en dieppaarse wol, verpakt in wit vloeipapier, weer buiten.

Een paar maanden en verschillende zelfontworpen en gebreide truien later vraagt ze me haar zaterdaghulp te worden. Ze kan me geen groter plezier doen.

Dit alles speelde zich 30 jaar geleden op het Koningsplein in Nijmegen af. Een ex-verpleegkundige die het zat was pispotten te legen en drains aan te leggen, koos overtuigd voor schoonheid, zachtheid en luxe en begon met haar 76-jarige moeder een winkel in wufte garens.

Helaas, het zaakje bestaat al jaren niet meer. Maar de herinnering aan die bijzondere tijd is springlevend. Dankzij Jardins de Bagatelle, het parfum dat ik kocht van mijn op zaterdag verdiende centjes.

★★★★☆ JARDINS DE BAGATELLE (1983, vintage Eau de Toilette) van Guerlain
♪♪ ∫∫∫ ♀ € ⎢floral⎢verkrijgbaar bij de gespecialiseerde parfumerie
Was dat wandelingetje in het begin van de tachtiger jaren van Jean-Paul Guerlain, de parfumeur, door de Jardins de Bagatelle in Parijs nou wel zo idyllisch? Oké, het parfum staat bol van de bloemen, iets wat we graag met romantiek associëren, maar het opent scherp als een zojuist geslepen mes. Het zuur en het metaal is op zijn zachts gezegd assertief aanwezig in de eerste paar minuten. Niet bepaald voor de faint hearted.

Eerst het mes, dan de bloemen. Guerlain heeft met zijn snoeimes een immens boeket bij elkaar gesneden. Tijdens zijn wandeling door de tuinen is geen bloem veilig voor zijn vaardige handen. Rozen, jasmijn, magnolia, gardenia, tuberoos, viooltjes, lelietjes van dalen. Een imposant geheel, kunstig bij elkaar gestoken en strak bijeen gebonden met een metalen draad.

De strenge kern van het parfum doet denken aan het strakke lijnenspel van buxushagen en wandelpaden in de tuinen van Bagatelle. Het toomt de bloemenweelde in, geeft vorm en bakent af. Ook het knisperende grind onder je voeten vind ik in het parfum terug.

Na ruim zes uur wordt het parfum zachter en iets ronder. Aardse tonen komen boven en de tuberoos maakt zich los uit de bloemenzee.

De compositie is groots, maar niet speels. Er mag gelachten worden in de tuin, maar niet te hard. Honden zijn niet toegestaan. En kinderen het liefst aangelijnd. Want Jean-Paul neemt zijn taak uiterst serieus.

Een geur brengt me regelrecht terug in de tijd. Het geeft toegang tot beelden, gevoelens en zintuiglijke ervaringen die in een hoekje van mijn geest zijn opgeborgen. Niet vreemd als je weet dat het geurgeheugen onderdeel is van het limbische systeem, het oudste deel van de hersenen waar ook emoties en andere herinneringen opgeslagen worden. Welk parfum laat jou in de tijd reizen?

Een overzeese parfumschat

Hij heet Harry en hij woont in Singapore. Hij is heel precies en zorgzaam. Zijn pakketjes wikkelt hij eerst in lichtbruin effen papier om ze vervolgens met koffiebruine tape dicht te plakken. Daarna trekt hij er een band ‘FRAGILE, handle with care’ in rode letters overheen.

Harry lijkt me een man van weinig woorden. Heeft hij ook niet nodig want hij voelt feilloos de behoefte van zijn Nederlandse klant aan. Noteert ongevraagd op de verzenddocumenten ‘sample bottle’ en geeft een schatting van de waarde naar vooroorlogse maatstaven. Nee hij jokt niet, dit moeten de flessen decennia geleden zo ongeveer gekost hebben.

De kans om iets uit Singapore te besnuffelen dat de halve wereld over heeft gereisd, laat ik me niet ontglippen. De oogst is mager, helaas. De buitenkant ruikt stoffig en ook een beetje naar vochtig papier. Er is geen verschil in geur tussen de voorkant, de achterkant en de zijkanten. Goed, weinig vertier hier. In de doos des te meer, open ermee.

Voorzichtig snijd ik met een aardappelschilmesje door onwillige lagen papier en tape heen en trek de doos open. Wat ik aantref vertedert me. Twee pakjes liggen in een wieg van noppenfolie, beschermd tegen allerhande onheil dat hen op hun lange reis kan overkomen. Zoals hobbelige transportbanden en nare luchtzakken. Of al te jolige postmedewerkers en roekeloze chauffeurs.

Als ik de kunststoffen dekentjes opzij duw, blijkt Harry een vrolijke inborst te hebben. Liefdevol heeft hij zijn koopwaar in wit papier met fleurige rode aardbeitjes verpakt, de schat. Uiteraard gebruikt hij melkwit plakband, je weet wel, dat geen lijmresten achterlaat en makkelijk loslaat.

En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, heeft de onvergetelijke ook nog twee kadootjes aan de zending toegevoegd. Een roze tasverstuiver met strass sterretjes en een zwarte verstuiver met de blinkende steentjes in een patroon van twee in elkaar verstrengelde harten. Beiden zijn gevat in een kleurig en luidruchtig cellofaan zakje waarop in het Maleis, Mandarijn en Engels een instructie staat gedrukt.

‘Deze klant heeft twee parfums gekocht en krijgt dus twee verstuivers’, moet hij gedacht hebben. Twee heerlijke prulletjes, die nooit in mijn tas terecht zouden komen als ik ze niet gekregen zou hebben van ene Harry uit Singapore. ‘Thanks, Harry!

Harry is uitbater van een florerende eBay-winkel en tot voor kort de eigenaar van twee flessen parfum van Guerlain. Een antieke fles Shalimar en een testerfles Jardins de Bagatelle uit de tachtiger jaren. Nu mag ik me over hen ontfermen. Met liefde Harry, ze zijn bij mij in goede handen.

 

Ik verheug me altijd enorm op een parfumpakketje. Ook al omdat er zoveel over de verkoper aan af te lezen is. Zo kreeg ik enkele jaren geleden een Republikeinse zending uit de Midwest in de Verenigde Staten. Naast de ‘We love our troops’-sticker was het pakket versierd met honden- en kattenstickers, stickers met bloemen en reliefstickers met hartjes. Ook de (internet-)winkels in Nederland hebben elk zo hun eigen stijl. De ene doet er heel genereus proefjes bij, de ander is gierig. Wat is jouw leukste ervaring? Vertel!

 

 

Joy, ‘double it Henri, double it’

Een jaar na de beurscrash van 1929 introduceerde mode-ontwerper Jean Patou het naar zijn zeggen duurste parfum ter wereld. Joy werd gecreëerd als relatiegeschenk voor zijn veelal Amerikaanse clientèle die dol was op zijn grensverleggende sportieve ontwerpen. Het heeft Patou geen windeieren gelegd.

Die Patou was trouwens een fenomeen. Na zelf de loopgraven van de eerste wereldoorlog te hebben overleefd, begaf hij zich de rest van zijn leven in de wereld van de glitter en glamour en werd een van de bekendste societyfiguren van zijn tijd. Het verhaal gaat dat hij tijdens zijn vakantie in Biaritz twee Hispano Suiza’s tot zijn beschikking had: een witte met een donkere chauffeur voor zonnig weer en een donkere met een blanke chauffeur voor regenachtig weer. Dat is nog eens wat anders dan een Chiwawa als accessoire.

Wat maakte Joy nu zo duur? Was het enkel een briljante quote van de bedenker Elsa Maxwell, of stond het parfum inderdaad bol van de extreem kostbare ingrediënten?

Toen Patou vijfentachtig jaar geleden naar Grasse toog om zijn parfumdroom te laten verwezenlijken door Henri Alméras, liet hij er geen onduidelijkheid over bestaan. Het moest een subliem parfum zijn en pure luxe uitstralen. Toen Alméras hem het geursample voorlegde van de baby Joy gaf hij hem de opdracht de concentratie van het parfum te verdubbelen. ‘Double it Henri, double it’. ‘Maar monsieur, dat maakt het parfum onbetaalbaar…’. En daarmee gaf Alméras de aanzet tot één van de meest succesvolle slogans in de parfumwereld.

We zullen nooit met zekerheid weten of Patou de waarheid spak, maar de cijfers zijn indrukwekkend: 30 ml. pure parfum is goed voor 10.600 jasmijnbloemetjes en 28 dozijn rozen (deels Rose de Mai uit Grasse en deels Rosa Damascena uit Bulgarije). Gezien het feit dat het pure parfum al sinds enige tijd niet meer geproduceerd wordt, lijkt dit met terugwerkende kracht het verhaal van Patou te bevestigen. Zou je dit exquise parfum toch nog willen ruiken dan zit er niets anders op dan je geluk te beproeven op Ebay. Wat nog wel verkrijgbaar is zijn de Eau de Toilette en de Eau de Parfum, elk met een iets ander karakter.

★★★★☆ JOY Edt (1983) door Jean Kerléo voor Jean Patou
♪♪♪ ∫∫ ♀ €€⎢floral ⎢verkrijgbaar via internet en bij Robert Nederveen
Na alle geuren met kamfer en oud die de afgelopen weken enigszins mijn verkouden neus konden plezieren, bespeur ik deze week een dringende behoefte aan een intens bloemenparfum. Een blik in mijn doos bloemige parfums, doet me zonder enige terughoudendheid naar een klein vintage flesje van de Eau de Toilette versie van Joy grijpen.

Zeer krachtig bloemenbouquet van jasmijn en rozen. Klein zeepje op de achtergrond, iets poederigs en een pietsie groen. De geur straalt krachtig naar buiten uit, laat zichzelf zien, toont geen enkele reserve. Intens, maar niet log, verdicht of bedwelmend. Het duet van jasmijn en roos duurt uren, dan speelt jasmijn de eerste viool, dan weer de roos.

Joy doet denken aan de ingetogen chique sfeer die rond een grand old lady met ‘oud geld’ hangt. Het parfum is ultra-feminine met een zeer klassieke signatuur. Ik kan het bijzonder waarderen, maar vandaag de dag als parfumstijl waarschijnlijk net zo onhip als een rode Bordeaux.

Soms heb ik zin om me onder te dompelen in een bloemensymphony, en zo’n klassiek kunstwerkje als Joy is een geursensatie die ik iedere parfumliefhebber toewens. Hou jij van deze parfumstijl? En wat zijn jouw favoriete bloemenklassiekers? Vertel!

Dove neus

Niets. Helemaal níets! Opnieuw duw ik mijn neus tegen de vettige schil van een donkergele citroen. Maar nee hoor, geen enkel molecule van het opwekkende aroma weet zich door mijn ontstoken neusslijmvlies heen te wurmen. Teleurgesteld leg ik de vrucht die me opmontert en me doet hunkeren naar zomerse tijden terug in de mand. Ik breek een stukje af van een forse gemberwortel en hou de sappige binnenkant onder mijn linkerneusgat dat nog het minst ontstoken is. Niente. Een pot vol zwarte peperkorrels, nada. Fors geschut dan, knoflook. Aha, ruik ik daar iets van knoflook?

Nu mijn ingebouwde brandmelder buiten werking is, komt mijn ochtendboterham al dagen geblakerd uit de rooster. Als mijn oren het geluid van knappend brood opvangen en mijn ogen de blauwgrijze walm uit de rooster omhoog zien komen is het leed al geschied. Bijna 20 seconden later dringt er iets van de geur van verbrand brood tot me door.

Het is nu de tiende dag van een forse verkoudheid. Opgelopen in het open badkamerraam van waaruit ik op nieuwjaarsnacht het vuurwerk bewonderde. En ditmaal niet zo’n geruisloze verkoudheid waar zo nu en dan discreet in een zakdoekje gesnoten wordt. Nee nee, zo eentje waar de mensen van Tempo extatisch van worden. En die mijn medemens de vingers in de oren doet stoppen, getergd door het voortdurende gesnotter, gerochel en gesnif waarmee ik me omgeef. Sorry mensen.

Zouden parfumeurs als Bertrand Duchaufour en Mathilde Laurent trouwens hun neus verzekerd hebben, net zoals muzikanten als Murray Perahia en Janine Jansen hun handen?

Mijn hart gaat uit naar al die arme, arme mensen die getroffen zijn door anosmie: een gebrek aan reukzin. Ik vang deze dagen een glimp op van hun geurloze bestaan. Alsof een dikke laag watten alle indrukken dempt die de wereld op me loslaat. Neus ik mis je!

Maar Neus geeft niet thuis. Out of office voor onbepaalde tijd. ‘t Is wat…

Wish you…

Terwijl Neus in potten en pannen duikt, haar vleugels spreidt op mijn tochten door berg en dal en onvermoeibaar snuffelt aan muziek, mooie woorden en goed gezelschap, geniet ik van een paar weekjes vrij.

Ik wens je een liefdevolle eindejaarstijd en een stralend 2013!

‘May you be safe and protected.
May you be peaceful and happy.
May you be healthy and strong.
May you have ease of well-being.’

 

 

(op 11 januari verschijnt het eerste artikel van 2013)